Vanaf maart/april kondigen de knalgele sleutelbloemen al van verre de nadering van de lente aan. Overigens doen de lentebloemen, die gemakkelijk in de eigen moestuin te kweken zijn, het vooral goed in een kleurrijk perk met andere vroegbloeiende bolgewassen, zoals tulpen, narcissen of hyacinten. Vermeerdering via zaden is bijzonder eenvoudig als u de planten gewoon aan zichzelf overlaat: sleutelbloemen zaaien zichzelf zeer betrouwbaar. Je kunt ze echter ook zaaien met zaden die je zelf hebt verzameld of gekocht, maar je moet een paar richtlijnen volgen.

Zaai de zaden meteen
Dit houdt ook in dat zaden die je zelf verzamelt meestal niet lang meegaan en hun ontkiemingsvermogen verliezen. Om deze reden kun je ze het beste direct toepassen nadat de zaden zijn gerijpt. Je kunt de zaden zowel in potten of zaadtrays als direct buiten zaaien. Houd er echter rekening mee dat de grond of het substraat goed is voorbereid en losgemaakt voordat u gaat zaaien. De zaden zijn slechts zeer dun bedekt met aarde en worden altijd licht vochtig gehouden.
Houd zaden niet te warm
Maar nu moet je voorzichtig zijn, want in tegenstelling tot andere zaailingen mogen gezaaide sleutelbloemzaden niet te warm zijn. Zet de zaaitrays of de binnenkas dus niet per se op een vensterbank boven een ingeschakelde verwarming, maar in een vrij koele, weinig of geen verwarmde ruimte. Temperaturen tussen 10 en 15 °C zijn hier optimaal.
Liever sleutelbloempjes vanaf januari
Jonge sleutelbloemen kunnen vanaf januari worden opgekweekt uit bestaande zaden, mits deze nog niet in het najaar zijn gezaaid. Sleutelbloemen zijn echter koude kiemen en moeten daarom worden gestratificeerd voor het eigenlijke zaaien, d.w.z. H. langere tijd aan een koude periode worden blootgesteld. Dit bootst de natuurlijke omstandigheden na en doorbreekt de kiemremming van de zaden. Stratificatie kan het beste worden gedaan bij temperaturen rond het vriespunt in de crisper van de koelkast gedurende ongeveer vier tot zes weken.
tips
In het wild groeiende sleutelbloemen mogen niet geheel of gedeeltelijk worden opgegraven of geplukt. Dit geldt ook voor hun zaden, omdat de wilde vaste plant een beschermde soort is vanwege zijn classificatie als bedreigde soort.