Montbretia gedijt oorspronkelijk op de milde hellingen van de Zuid-Afrikaanse bergen. De aantrekkelijk bloeiende plant is dienovereenkomstig zon- en warmteminnend. Maar hoe winterhard zijn de knolplanten en hoe moeten ze overwinterd worden?

Beperkte winterhardheid
De Montbretie kan niet alleen de grootste zomerhitte aan, maar kan ook last hebben van diepe vorst. De bloeiende planten zijn slechts beperkt winterhard en moeten in het koude seizoen goed worden beschermd, zelfs in milde streken. Als er sprake is van diepe vorst en als de grond gedurende langere tijd tot in de diepere gebieden bevriest, beschadigt dit de gevoelige knollen.
In regio's waar de wintertemperaturen slechts in het eencijferige minusbereik vallen, kan de Montbretia nog steeds in het bed overwinteren. In ruige gebieden is het daarentegen raadzaam om de uitlopers in de herfst voorzichtig op te graven en op een koele plaats te bewaren.
Zorg voor voldoende winterbescherming
In de milde streken heeft de Montbretie een warme deken nodig om de winter goed door te komen. Bedek de planten die in dit geval niet worden gesnoeid met een dikke laag:
- bladeren
- bast-mulch
- compost
en borg deze bescherming tegen de kou met kreupelhout tegen stuifstuwing. De natuurlijke materialen vallen langzaam uiteen en voorzien tegelijkertijd de zwaar consumerende planten van waardevolle voedingsstoffen.
Montbretia overwintert in huis
Zelfs in de milde streken overleven de Montbretia niet altijd ongeschonden de winter in het bloembed. Voor de zekerheid is het daarom aan te raden de knollen in het najaar op te graven en binnen te overwinteren. Laat zoveel mogelijk substraat op de gevoelige knollen zodat ze niet uitdrogen.
Bewaar de uitlopers op een donkere, koele en vorstvrije plaats in huis. Een verduisterde kelderruimte of de garage is zeer geschikt, omdat het daar meestal wat koeler is dan in de kelder.
tips
Een vroege bemesting in maart of april stimuleert de groei van de planten. Om de gevoelige knollen te beschermen, mag de meststof nooit worden ingewerkt.