Bomen worden in de tuin gebruikt als natuurlijke schaduwgevers, fruitleveranciers of privacyschermen - om hun sierwaarde te vergroten, is het geweldig om er een bodembedekker onder te planten. Geschikte rassen en de plantpraktijk zijn bepalend voor de planning.

Wat bodembedekkers onder bomen kunnen doen
Menig solitaire boom of een groep bomen aan de rand van de tuin leiden tot een enigszins functioneel bestaan - bijvoorbeeld gewoon als erfafscheiding of als privacyscherm. Om in zo'n scenario wat meer levendigheid te brengen en de feel-good waarde van uw tuin te verhogen, is onderbeplanting met een mooie bodembedekker sterk aan te raden. Met decoratief blad en delicate bloemen kan dit resulteren in zeer aantrekkelijke structuur- en kleurcontrasten.
Een iets pragmatischere reden om een bodembedekker onder bomen te planten is de bodemverbeterende werking van veel soorten. Dit kan heel voordelig zijn voor de microbiotoop onder de boom.
De argumenten voor onderbeplanting van bomen met bodembedekker nog eens op een rijtje:
- visuele verbetering van perifere groepen bomen
- aantrekkelijke structuur- en kleurcontrasten
- bodemverbeterende werking van de bodembedekker
Soortencheck - welke bomen, welke bodembedekker?
Verschillende bomen, verschillende wortels
Natuurlijk moet je de soort afstemmen op de onderbeplanting van de bomen en rekening houden met zowel de boom als de bodembedekker. Omdat niet alleen de bodembedekker een schaduwrijke standplaats moet kunnen verdragen, zijn ook de eigenschappen van de boom relevant.
Ondiepe wortels zoals esdoorn of beuk kunnen voedingsstoffen en water wegnemen van de bodembedekker - ze maken het planten ook iets moeilijker. Je hebt hier minder grond ter beschikking en je moet oppassen dat je de boomwortels niet beschadigt. Indien nodig moet of kunt u een extra laag grond aanbrengen.
Typische bladverliezende bodembedekkers en bolbloemen
Bij het kiezen van de bodembedekker is natuurlijk de schaduw- of halfschaduwtolerantie cruciaal. Bijzonder geschikt zijn rassen die ook graag van nature op bosgrond groeien. Dit zijn bijvoorbeeld anemonen, stinkende gouwe, nieskruid, ooievaarsbek, vergeet-mij-nietjes of varens. De tere bloemen en bladstructuren van al deze soorten gaan zeer harmonieus en natuurlijk samen onder loofbomen.
Naast deze typische, eenvoudige loofbosschoonheden zijn er ook vele andere, optisch meer aanwezige soorten mogelijk, bijvoorbeeld sieruien of bolbloemen zoals druivenhyacinten, tuple en narcissen. Met hun grote, kleurrijke bloemen en hun vrij hoge groei vormen deze soorten een relatief krachtig contrast met de boomkruin.
Wintergroen of klimop zijn ook ideaal als eenvoudige, robuuste en relatief slijtvaste onderbeplanting.