Hoewel je een den nog steeds gemakkelijk kunt onderscheiden van andere coniferen, is het enigszins moeilijk om precies onderscheid te maken tussen de afzonderlijke dennensoorten. Kun je bijvoorbeeld meteen zien of het een zwarte den of een grove den was? De twee bomen lijken erg op elkaar. Maar als u eenmaal weet naar welke eigenschappen u moet zoeken, wordt het identificeren van bomen eenvoudig.

Drie essentiële kenmerken
U kunt gemakkelijk zien of uw boom een zwarte den of een grove den is aan de hand van drie hoofdkenmerken:
- de vorm van de naalden
- de kleur van de schors
- het uiterlijk van dennenappels
De vorm van de naalden
Als je de lengte van de naalden vergelijkt, is het duidelijk dat de bladeren van de zwarte den twee keer zo lang zijn als die van de grove den, met een lengte van 15 cm. Die bereiken maar een lengte van 7 cm. Wat beide coniferen echter gemeen hebben, is dat hun bladeren paarsgewijs groeien op een korte scheut.
De kleur van de schors
Een goede aanwijzing waar je ook naar kunt verwijzen om bomen te onderscheiden, is de kleur van de bast. De zwarte den heeft een egaal gekleurde bast. Hun stam is donker van onder naar boven. De grove den is wat kleurrijker. Beneden aan de basis vormen bruinrode schubben de bast. Hogerop verliest het aan dikte en wordt het fel oranje.
Het uiterlijk van de dennenappels
Ten slotte helpt het ook om naar de kegels van de twee pijnbomen te kijken. Enerzijds verschillen beide boomvruchten in lengte. De zwarte den produceert aanzienlijk grotere exemplaren. In een directe vergelijking kun je ook zien dat de kegels verschillende vormen hebben. Terwijl die van de grove den krom of gebogen kunnen zijn, zijn de kegels van de zwarte den regelmatig en recht.