De groenblijvende laurierkers is een bijzonder populaire bonsai vanwege zijn diepgroen gekleurde, glanzende bladeren. Door de talrijke vormgevingsmogelijkheden, van strak rechtopstaand tot de fraaie cascadevorm, vormt het een interessante uitdaging voor bonsailiefhebbers.

plaats
De laurierkers moet je als buitenbonsai kweken. Zonnige en lichte locaties zijn ideaal. Bescherm de groenblijvende bonsai tegen wind, want over het grote bladoppervlak verdampt hij veel water.
watervraag
Geef de bonsai water wanneer de grond droog aanvoelt. Wateroverlast moet ten koste van alles worden vermeden, omdat de kers-laurierbonsai de neiging heeft tot wortelrot.
Bevruchten
Bemest de kleine boom elke twee weken van de lente tot september. Zowel mestkegels voor bonsai als bonsai vloeibare mest zijn geschikt.
snee
Dun dikkere takken uit in februari of maart. Nieuwe scheuten kunnen in het voorjaar gehalveerd worden. In juni kun je een totale bladsnede maken op een gezonde en sterk groeiende bonsai. Dun de kroon in de zomer regelmatig uit zodat er voldoende licht in het binnenste van de kleine boom kan doordringen.
draad
Dit is vooral nodig voor oudere takken. Je kunt de boom het hele jaar door bedraden.
verpotten
Verpotten is pas nodig na drie tot vier jaar. Knip het wortelstelsel heel voorzichtig af en verwijder het gebruikte substraat tussen de resterende wortels. Doe de laurierkers in in de handel verkrijgbare bonsaigrond, die je vermengt met ongeveer een derde van Akadamaerde.
overwintering
In milde streken kan deze bonsai buiten in een beschutte hoek overwinteren. Als alternatief kunt u de laurierkers in het koude seizoen in een lichte kamer bewaren bij temperaturen van vijf tot tien graden.
tips en trucs
Omdat de laurierkers giftig is en ook huidirritatie kan veroorzaken, moet u bij alle werkzaamheden handschoenen dragen.
SKb