In de landen waar ze groeien, worden granaatappelbomen gekweekt voor hun fruit, in streken met een koeler klimaat voor hun bloemen. Beide soorten zijn kleine bomen of struiken die zonder veel moeite gekweekt kunnen worden.

sier- of nuttige plant
De bladverliezende granaatappelboom gedijt van Zuidoost-Europa tot aan de Himalaya, waar de vruchten een voldoende lange, zonnige en droge zomer hebben om te rijpen. De belangrijkste oogsttijd is tussen september en december. In dit land slagen de vruchten er meestal niet in om te rijpen. Dat is de reden waarom in Duitsland de bloeiende siersoorten zoals B. Punica granatum Nana populair.
soorten voortplanting
De granaatappelbomen worden vermeerderd door zaden of stekken. Planten die vegetatief (uit zaden) vermeerderd zijn, lopen het risico geen bloemen te vormen. Bij generatief (uit stekken) vermeerderde planten daarentegen wordt vaak zelfs bij jonge planten een rijke bloei waargenomen. De bloemen en vruchten van zelfgekweekte granaatappelplanten hebben vaak meerdere jaren nodig om te verschijnen.
Teelt uit zaden
Maak hiervoor een deel van de vruchtzaden grondig schoon van het vruchtvlees en plaats ze in een met aarde gevulde plantenbak. Als substraat zijn potgrond of veen zeer geschikt. Het is belangrijk dat deze los en voedingsarm is om de wortelvorming te bevorderen. De zaden zijn lichtkiemers.
Afhankelijk van de temperatuur is de kiemtijd 2-3 weken. De aarde in de pot moet constant vochtig worden gehouden en de temperatuur mag niet onder de 20°C komen. Als de zaailingen zichtbaar zijn, hebben ze veel licht nodig voor verdere ontwikkeling. Zet je de zaailingen buiten, zorg er dan voor dat ze op een beschutte, warme, aanvankelijk gedeeltelijk schaduwrijke plek komen en dat ze langzaam aan de zon wennen.
Voortplanting uit stekken
Snijd hiervoor een bladloze zijscheut van ongeveer 15 cm lengte af voordat de nieuwe groei in het voorjaar begint en zet deze in een plantenbak met potgrond of een zand-turf mengsel. Wortelvorming vindt plaats na ongeveer 4-6 weken. Temperaturen rond de 20°C en een hoge luchtvochtigheid zijn ideaal voor ontwikkeling. Zodra de bladeren zich op de stek hebben gevormd, kan deze worden verpot.
tips en trucs
Voor een betere ontkieming moeten de zaden enkele uren in warm water worden geweekt.
n / A