De Prunus domestica is een winterharde soort. Met de juiste zorg en een optimale locatie zal het jarenlang plezier hebben. Vruchten rijpen vanaf juli. Ontdek in dit artikel welke plagen zich prettig voelen op de pruimenboom.

Meelachtige pruimenluis

De Hyalopterus pruni is moeilijk te herkennen. Vaak wordt het pas in een vergevorderd stadium duidelijk. Verzwakte en zieke pruimenbomen moeten onmiddellijk worden behandeld.

De effecten van deze plaag komen op verschillende manieren tot uiting. Aan de ene kant kan de pruimenluis aantasting met ander ongedierte aanmoedigen. Het brengt ook virale ziekten over.

Kenmerken:

  • Kleur: blauwgrijs tot roze met wit stof
  • Grootte: 2 tot 3 millimeter
  • Voorkomen in kolonies
  • vanaf juni

Kenmerken identificeren:

In het vergevorderde stadium zijn pruimenluizen te herkennen aan ernstige vervorming en verkleuring van de bladeren.

Gevechten:

De vernietiging moet uiterlijk in het najaar plaatsvinden. In de handel verkrijgbare middelen op basis van kaliumzeep zijn geschikt.

Pruimenbladzakgalmijt

Zakvormige gallen van ongeveer twee millimeter groot op de bladeren van de pruimenboom. Deze worden daar afgezet door buidelgallen.

Kenmerken identificeren:

  • Bladranden en toppen voorzien van gallen: wit, geelachtig, roze
  • Gallen boven met spleetopeningen
  • mijten in gallen

Tijdens het opzwellen van de knop zetten buidelgalmijten hun gallen af op bladeren. Van daaruit besmetten de mijten de bloemknoppen en zuigen ze droog.

Gevechten:

Maatregelen om het ongedierte te vernietigen zijn in dit vroege stadium effectief. Er is geen geschikt bestrijdingsmiddel voor kleine tuinen. Om deze reden moeten aangetaste bladeren, takken en fruitknoppen worden verwijderd. Volwassen vrouwtjes van de zakgalmijt overwinteren graag onder de schors van bomen. Verwijder losse stukjes schors vroeg.

Merk op:

Regelmatige controles worden beschouwd als een effectieve preventieve methode. Een trimbeurt beschermt ook.

pruimenbladwesp

De vrouwtjes van deze soort leggen ongeveer 70 eieren per jaar. Deze plaatsen ze in het voorjaar direct in de kelken. Dit betekent dat de nakomelingen goed worden voorzien van voedsel. Kleine larven vernietigen tussen de vier en zes vruchtkelken. Dan komen ze op de grond.

Kenmerken identificeren:

  • Onrijpe vruchten vallen van de boom
  • duidelijke tekenen van voeding en gaten op pruimen

Gevechten:

Bij een lichte besmetting zijn in principe geen maatregelen nodig. Het is mogelijk om tijdens de bloeiperiode witte lijmborden direct in de pruimenboom te hangen.

Meer ongedierte

  • pruimenmot
  • webmot

Voorkomen in plaats van vechten

Ziekten en plagen laten duidelijke sporen achter op groene scheuten, vruchten en bladeren. Het is de moeite waard om regelmatig op besmetting te controleren. Let op de volgende afwijkingen:

  • voedselsporen
  • verkleuring
  • vervormingen
  • netten
  • eieren

tips en trucs

Gooi verwijderde blad-, fruit- en plantdelen nooit in de compost. Op deze manier is er een risico op herbesmetting in het volgende jaar.

FT

Categorie: