Lavendel, oorspronkelijk een wilde struik uit het Middellandse Zeegebied, kwam vele eeuwen geleden over de Alpen. Benedictijnse monniken brachten de intens geurende en uiterst nuttige plant naar Midden- en Noord-Europa. De meeste lavendelsoorten zijn behoorlijk vorstgevoelig, sommige varianten gedijen alleen in de kuipcultuur, zoals de kenmerkende Franse lavendel met zijn opvallende pseudobloemen.

Beschrijving

Lavendel behoort tot de muntfamilie (Lamiaceae). De meestal violette of blauwe bloemen zijn gerangschikt in okselaren en hebben een sterke geur. Afhankelijk van de soort wordt lavendel tussen de 30 en 60 centimeter hoog, maar kan ook tot 100 centimeter hoog worden. Oudere takken worden houtachtig, daarom moet u in het voorjaar tot op het oude hout terugsnoeien. De struik bloeit - weer afhankelijk van de variëteit - tussen juni en september. De sterk geurende bloemen zijn een populaire ontmoetingsplaats voor vlinders, bijen en andere insecten.

verhaal

Zelfs de oude Romeinen gebruikten lavendel gretig, maar niet als medicinale plant. De plantnaam verwijst daarentegen naar het oorspronkelijke gebruik als badadditief. Het Latijnse woord "lavare" betekent "wassen". Pas toen rondtrekkende benedictijnse monniken het kruid over de Alpen brachten, werd het drastisch belangrijker. Vanaf dat moment werd lavendel gekweekt in zowel klooster- als cottagetuinen. Hildegard von Bingen, de beroemde abdis en genezer van de hoge middeleeuwen, dacht niet te veel aan de mediterrane plant, maar de kruidenvaders van de late middeleeuwen - zoals Hieronymus Bock - zagen dat anders. Lange tijd werd lavendel gezien als bescherming tegen ongedierte en dus tegen besmettelijke ziekten.

herkomst en distributie

Lavendel groeit vooral waar het warm, zonnig en droog is. In zijn Zuid-Europese mediterrane thuisland gedijt de halfhoge struik voornamelijk op rotsachtige en droge grond. Tegenwoordig zijn tal van variëteiten van deze soort thuis in heel West- en Noord-Europa.

onderhoud

Lavendel is een weinig veeleisende plant die de voorkeur geeft aan steenachtige grond en geen hoge eisen stelt aan irrigatiewater en kunstmest. Het is alleen van belang dat de vaste plant direct na de bloei tot zo'n 30 centimeter wordt teruggeknipt. Anders verhoutt het en wordt het lelijk.

oogst en opslag

Lavendelbloemen moeten snel worden geoogst als alle bloemen aan een aar zijn geopend. Om hun geur en kleur te behouden, moeten ze echter zeker worden gedroogd.

gebruiken

Het geurige kruid kan op vele manieren worden gebruikt:

  • als thee of in theemelanges
  • in slaap- en kruidenkussens (bijv. samen met citroenmelisse, hop of rozenblaadjes)
  • als badadditief
  • als specerij
  • voor het garneren van voedsel.

Zowel de droogbloemen, het jonge blad als de olie worden gebruikt.

tips en trucs

Lavendelsuiker is ideaal voor het aromatisch zoeten van eten en drinken. Het enige wat je hoeft te doen is de gedroogde lavendelbloemen te verkruimelen en te mengen met suiker. Het mengsel kun je het beste in een luchtdichte trommel bewaren.

IJA

Categorie: