Olijfbomen zijn al minstens 3000 jaar thuis in het Middellandse Zeegebied. De plant, ook wel de olijfboom genoemd, is een integraal onderdeel geworden van de keuken en cultuur van de mediterrane landen, omdat het fruit en de olie die eruit wordt gewonnen nog steeds een belangrijke economische factor vormen, maar olijfbomen waren al van groot belang in historische tijden, zoals archeologische vondsten en schriftelijke bewijzen (zoals de Bijbel) bewijzen het.

Er zijn meer dan 1000 verschillende soorten bekend

Alleen al in Europa zijn meer dan 1000 verschillende olijfvariëteiten bekend, maar slechts enkele daarvan zijn van nationaal economisch belang. Veruit de grootste olijvenproducent is Spanje, met alleen al hier zo'n 260 soorten olijven. Deze omvatten de dikvlezige Manzanilla-olijf of de aromatische en laatrijpe Hojiblanca. Olijven worden echter niet alleen verbouwd in het Europese Middellandse Zeegebied - i. H. geteeld in Spanje, Italië, Griekenland, Kroatië, Israël en in mindere mate Frankrijk - maar ook in Californië, Argentinië, Zuid-Afrika en Turkije.

Lange oogsttijd

De bloeiperiode van de olijfboom valt in de lentemaanden tussen april en juni, en de oogst vindt plaats tussen oktober en februari. De extreem lange oogsttijd kan enerzijds worden verklaard door de hoge opbrengst van een olijfboom op zijn best - dus tussen de 40 en 150 jaar - maar anderzijds door de vruchten die in verschillende mate van rijpheid worden geoogst. De in de handel verkrijgbare groene olijven zijn geen aparte variëteit, maar alleen onrijpe vruchten. Ze hebben een zure smaak en een steviger vruchtvlees dan de rijpe, meestal zwarte of paarse olijven.

Zwarte olijven zijn aromatischer

Afhankelijk van de variëteit worden olijven donkerder naarmate ze rijpen. Niet alleen het vruchtvlees wordt zwart, maar ook de kern. Diepzwarte olijven hebben een zacht vruchtvlees en zijn beduidend aromatischer dan groene, maar ook duurder door de langere rijpingstijd. Om zichzelf de lange rijping aan de boom te besparen, passen veel olijfproducenten een simpele truc toe: ze verven groene (d.w.z. onrijpe) olijven met ferrogluconaatzwart en simuleren zo een kwaliteit die niet bestaat.

Hoe onderscheid je gekleurde olijven van echte zwarte olijven?

  • op de verpakking: IJzer(II)gluconaat moet op de ingrediëntenlijst staan
  • smaak: Gekleurde olijven smaken naar groene olijven, d.w.z. zuur.
  • de kleur van de pit: Rijpe zwarte olijven hebben een donkere pit, gekleurde olijven hebben een lichte.

tips en trucs

Groene olijven bevatten minder olie dan zwarte en zijn daardoor beduidend lager in calorieën. Groene olijven bevatten ongeveer 140 kilocalorieën per 100 gram, zwarte ongeveer 350. Ze zijn beide rijk aan onverzadigde vetzuren, vitamines en sporenelementen.

Categorie: