De klimplant die bekend staat als "wilde wijn" of "meisjeswijn" is - strikt genomen - verschillende Parthenocissus-soorten met verschillende verschijningsvormen. In termen van hun eisen en behoeften, evenals hun groeikenmerken, lijken de planten echter behoorlijk op elkaar - vooral als het gaat om het kiezen van de juiste locatie.

Hoe zonniger hoe beter
In principe gedijt de maagdelijke wijnstok op zonnige, halfschaduwrijke en zelfs schaduwrijke plaatsen - de mooie, sterke oranjerode herfstkleur is echter des te intenser, hoe zonniger en meer beschut de gekozen plek in de tuin is. Daarom is het het beste om voor het planten een locatie te kiezen die zo zonnig, warm en beschut tegen de wind mogelijk is, waarbij muren of pergola's op het zuiden of oosten het meest geschikt zijn.
Vochtige en voedselrijke grond
Wilder Wein stelt weinig eisen aan de bodemgesteldheid en gedijt bijna overal. Voor een goede groei en mooi blad moet het substraat echter
- humus en voedzaam
- licht vochtig (geen wateroverlast!)
- los en doorlatend
wezen. Indien nodig kan de maagdelijke wijnstok ook heel goed omgaan met zandgrond.
tips
Andere klimplanten zijn meer geschikt voor schaduwrijke locaties, zoals de klimhortensia of de groenblijvende klimop.