De herfst is de beste tijd om rozen te planten. Veel van deze stekelige planten werden geënt - dat wil zeggen, een bijzonder mooi bloeiend maar gevoelig exemplaar werd op een bijzonder resistente of sterkgroeiende plant geplaatst - zodat sommige onervaren tuiniers zich nu afvragen: waar moet de entplaats worden geplaatst?

Entplaats hoort onder de grond
Bij geënte rozen moet het entpunt altijd minimaal vijf, liever zeven tot tien centimeter diep in de grond worden begraven. Hier zijn verschillende redenen voor:
1. Entplaatsen zijn bijzonder gevoelig voor vorstschade en verwondingen.
2. Dit is waar rozen gemakkelijk "breken", dus het kan enige bescherming bieden als ze worden begraven.
3. Geënte rozen zijn over het algemeen erg gevoelig voor vorst en koude winterlucht, dus het begraven van de entplaats biedt basisbescherming in de winter - die ook kan worden verbeterd door grond ophoping.
4. Geënte rozen vertonen vaak slechts een zwakke groei. Met een beetje geluk zullen na verloop van tijd wortels uit het entgebied ontspruiten, zodat de hybride thee op een gegeven moment letterlijk "op eigen benen" gaat staan.
Uitzondering: rozenstengels en wilde rozen
Alleen bij rozenstelen mag je de entpunt niet in de grond graven. In dit geval zou je de hele stam moeten wegzinken, omdat de verdikking direct onder de kruin zit. Stamrozen die nog jong en voldoende flexibel zijn, kunnen echter overwinterd worden door de kroon naar beneden te drukken en samen met de entpunt te begraven.
Hoe herken je het eindpunt?
Bij rozen (met uitzondering van stamrozen) ligt het entpunt altijd net boven de wortels. Dit is een verdikking waarboven alle scheuten ontkiemen - idealiter tenminste. Scheuten die onder deze knop groeien zijn meestal wilde scheuten (d.w.z. ze komen van de onderstam) en zijn daarom niet wenselijk.
Bescherm de entplaats
De graftplaats moet niet alleen worden beschermd door begraven, maar ook op andere manieren. Deze bescherming is vooral in de winter belangrijk, daarom moeten rozen altijd gestapeld worden. Deze verwarmende aardebedekking is op zijn best bedekt met dennenkreupelhout, dat zowel bescherming als esthetiek dient. Wie staart er immers graag maandenlang naar kale hopen aarde?
tips
Als u niet zeker bent van het onderscheid tussen nobele en wilde scheuten, kan de volgende vuistregel u helpen: Hybride theeroosjes hebben altijd vijf bladeren aan een scheut, terwijl de meeste wilde rozen die als onderstam worden gebruikt er zes tot zeven hebben.