De Japanse esdoorn - waaronder in dit geval de soort "Japanse waaieresdoorn" (Acer palmatum) - is de ideale bonsai voor beginners en ook in Japan wordt de prachtige sierboom van oudsher als zodanig gekweekt. De Japanse esdoorn is geschikt voor verschillende stijlen en vormen van ontwerp, of het nu gaat om een enkele boom, dubbele of meerstammige of zelfs bos.

De Japanse esdoorn maakt een kleurrijke bonsai

plaats

De Japanse esdoorn stelt veel eisen aan de standplaats: enerzijds heeft hij veel licht nodig voor een krachtige bloei en intensieve herfstkleuren, anderzijds tolereren veel van de ongeveer 500 cultivars geen directe zon. Zet de boom daarom in het voor- en najaar in de zon (maar vermijd de middagzon!) en bied hem in de zomer een halfschaduw plekje aan. De standplaats moet ook beschut zijn tegen de wind, aangezien de Japanse esdoorn reageert op harde wind met bruine bladpunten.

substraat en verpotten

Het substraat moet zo los, doorlatend mogelijk, voedingsrijk en licht vochtig zijn. Ideaal is een zandige leemgrond, die je zelf kunt mengen uit humusgrond, Akadama (een vormstabiel, gebrand leemgranulaat) en een fijnkorrelige minerale ondergrond (bijvoorbeeld lavaliet). Verpotten gebeurt in het gunstigste geval om de één tot twee jaar. Oudere exemplaren vanaf de leeftijd van ongeveer 10 jaar hoeven slechts om de vijf jaar te worden verpot.

water geven en bemesten

Hoewel de Japanse esdoorn houdt van een beetje vochtig, tolereert hij geen wateroverlast of sterke waterschommelingen. Het zal hoogstwaarschijnlijk reageren op constant veranderende droge en natte omstandigheden met bruine bladpunten. Het is beter om de baal een beetje te laten drogen en daarna matig water te geven. Bladeren en scheuten mogen indien mogelijk niet nat worden gemaakt, dit verhoogt alleen maar de kans op schimmelinfecties. Anders wordt de boom tussen april en augustus ongeveer om de twee weken voorzien van een organische meststof.

snijden en bedrading

Als het op snoeien aankomt, is de Japanse esdoorn een moeilijke kandidaat, omdat hij, zoals bijna alle esdoorns, de neiging heeft om overvloedig te bloeden. Daarnaast vergroot snoeien de kans op schimmelinfecties, waar de esdoorn helaas erg vatbaar voor is. Daarom moet eventueel noodzakelijk snoeien indien mogelijk in de herfst worden uitgevoerd - wanneer de sapdruk niet meer zo groot is. In het voorjaar kunnen zieke en dode scheuten worden verwijderd. Snijwonden moeten altijd worden gesloten. Blad trimmen of knijpen kan op elk moment, bedrading vindt plaats in juni.

tips

Hoewel de Japanse esdoorn als winterhard wordt beschouwd, kan hij in de ondiepe bonsaipotten vorstschade oplopen. Daarom is een vorstvrije winterslaap van maximaal zes graden Celsius aan te raden.

Categorie: