- plaats
- water geven en bemesten
- snijden en bedrading
- overwinteren
- ziekten en andere aandoeningen
- Geschikte variëteiten
De Japanse esdoorn (Acer palmatum) is een zeer gevarieerde esdoornsoort. Door de eeuwen heen zijn er talloze rassen uit voortgekomen, vooral omdat deze boomsoort erg populair is voor de bonsaicultuur in zijn Japanse thuisland. Vooral de rode Japanse esdoorn is hiervoor interessant, omdat hij door zijn opvallende bladkleur het hele jaar door een opvallende aanblik biedt.

plaats
Japanse esdoorn heeft een standplaats nodig die zo helder en vooral beschut tegen de wind mogelijk is, maar die niet de hele dag zon biedt. De meeste soorten zijn tevreden met ochtend- en middagzon, maar staan midden in de zomer en middag het liefst in de lichte schaduw. Bij sterke instraling kunnen de bladeren verdorren door zonnebrand, bladpuntdroogte kan ook optreden als gevolg van tocht.
water geven en bemesten
Als het om waterbehoefte gaat, is de Japanse esdoorn een beetje ingewikkeld: hij houdt van vochtig en mag zo mogelijk niet uitdrogen - maar de boom houdt ook niet van te vochtig. De exoot verdraagt helemaal geen wateroverlast, daarom moet u ook voor een goede afwatering zorgen. Voor de bemesting wordt ongeveer elke drie tot vier weken een vloeibare mest gebruikt, waarbij je in eerste instantie de doseringen moet verminderen - tenminste als je buiten overwintert - tot ongeveer begin/midden augustus en dan moet stoppen.
snijden en bedrading
De Japanse esdoorn is, in tegenstelling tot andere esdoornsoorten, over het algemeen toleranter ten aanzien van snoeien, maar mag alleen in de maanden mei en juni worden gesnoeid en dient ook altijd te worden behandeld met een wondkit (bij voorkeur boomwas). Voor fijnere vertakkingen en kleinere bladeren worden de scheutpunten na het uitlopen teruggeknipt. Bedrading vindt plaats in juni, hoewel de draad uiterlijk na zes maanden moet worden verwijderd.
overwinteren
De Japanse esdoorn is eigenlijk een winterharde boomsoort die gewend is aan lange en sneeuwrijke winters in zijn Japanse thuisland. Omdat de plant als bonsai echter in ondiepe potten staat, kunnen de wortels snel beschadigd raken door vorst. Japanse esdoorn mag daarom alleen buiten staan met een goede winterbescherming of vorstvrij overwinteren bij maximaal zes graden Celsius.
ziekten en andere aandoeningen
Zoals alle esdoorns zijn ook Japanse esdoorns erg vatbaar voor Verticilliumverwelking, die wordt veroorzaakt door schimmels en ervoor zorgt dat de bladeren en vervolgens de scheuten plotseling en schijnbaar zonder reden opdrogen. Tot nu toe is er geen effectieve remedie tegen deze ziekte, en de boom die met veel moeite is gekweekt, is meestal gedoemd te sterven. Alleen verpotten in vers substraat en drastisch snoeien kan soms redding brengen.
Geschikte variëteiten
Traditioneel worden de volgende soorten Japanse esdoorn als bonsai gekweekt:
verscheidenheid | groei | Jaarlijkse groei | bladeren | herfstkleuring | bijzonderheden |
---|---|---|---|---|---|
atropurpureum | boomachtig, uitgestrekt | 30 tot 50 cm | donkerrood | fel rood | intense kleur |
Beni komachic | rechtop | 5 tot 10 cm | paars tot zalmrood | fel rood | golvende bladranden |
Katsura | rechtop | 5 tot 7 cm | licht groen | fel oranje | dwerg, kleine blaadjes |
Murasaki kiyohime | verspreiden | 5 tot 6 cm | lichtgroen met een rode rand | geel | dwerg |
Kotohime | zuilvormig | 5 tot 10 cm | groente | fel geel | kleine blaadjes |
Oranje Droom | rechtop | 5 tot 10 cm | geel groen | geel oranje | goede vertakking |
Osakazuki | rechtopstaand, struikachtig | 10 tot 15 cm | fris groen | fel rood | mooie bloei |
shaina | dichtbegroeid | 5 tot 10 cm | fel rood | Oranje | compatibel met snijden |
tips
Tot een leeftijd van ongeveer 10 jaar wordt Japanse esdoorn elke twee jaar verpot, daarna elke vijf jaar.