De snelgroeiende, middelgrote trompetboom (Catalpa bignonioides) komt oorspronkelijk uit de warme en zonnige streken van het zuidoosten van Noord-Amerika en wordt sinds een aantal jaren ook steeds vaker in dit land aangeplant. De boom, die wel tien meter breed kan worden, wordt vooral gekweekt om zijn indrukwekkende, hartvormige bladeren en zijn zomerbloemen.

Trompetboom bloeit tussen juni en juli
De witte klokvormige bloemen van de trompetboom staan in rechtopstaande pluimen en zijn op hun mooist in juni en juli. De hermafrodiete bloemen verspreiden een lichte geur die tal van insecten - vooral bijen - aantrekt. Daarom wordt de loofboom ook wel bijenweide genoemd. Hieruit ontwikkelen zich boonachtige, tot 35 centimeter lange en licht giftige vruchten.
Niet elke trompetboom bloeit
Niet elke variëteit van de trompetboom heeft echter de neiging om te bloeien. Zo bloeit de baltrompetboom (vooral de variëteit "Nana") slechts zeer zelden of op oudere leeftijd. Ook de bloedtrompetboom (Catalpa erubescens Purpurea) en de gouden trompetboom (Catalpa bignonioides Aurea) bloeien op zijn vroegst vanaf het vijfde of zesde jaar.
tips
Vooral jonge bomen dienen bij voorkeur te worden voorzien van organische mest (compost of hoornkrullen) om de groei en dus het uitlopen te bevorderen.