Rozen mogen niet te dicht worden geplant, omdat dit de aantasting bevordert, vooral met blackspot. Maar ook andere schimmelpathogenen kunnen zich sneller verspreiden als de beplanting te dicht is. In principe hebben breedgroeiende rozen een grotere afstand nodig dan slanke, hoge variëteiten. De plantengroei en dus ook de optimale afstanden zijn echter afhankelijk van het specifieke klimaat en de bodemgesteldheid.

Vuistregels voor verschillende soorten rozen
In principe geldt de regel: hoe beter de standplaats, hoe groter de plantafstanden gepland moeten worden. Informatie over hoogte en breedte zijn altijd slechts gemiddelde waarden, omdat de planten afhankelijk van de standplaats ook groter of kleiner kunnen worden. Rozen op zandgrond blijven meestal lager, terwijl ze op leemgrond vaak hoger worden. Bij het planten kunt u echter de volgende richtlijnen gebruiken:
- Miniatuurrozen worden 30 tot 40 centimeter uit elkaar geplant,
- Bedrozen tussen de 40 en 50 centimeter.
- Bij heesterrozen is de plantafstand afhankelijk van de verwachte hoogte van de plant.
- Deze moeten zo ver uit elkaar worden geplant als de struikroos hoog zal zijn.
- Klimrozen hebben een afstand tussen de twee en vier centimeter nodig.
- Bodembedekkende rozen tussen de 40 en 150 centimeter afhankelijk van de soort.
- Heggenrozen worden op een afstand van 80 tot 100 centimeter geplaatst.
tips
Plant rozen te ver uit elkaar in plaats van te dicht bij elkaar. Als er nog veel ruimte is tussen de pas geplante rozen, plaats dan zomerbloemen en dahlia's in de gaten.