Boekweit kweken in eigen tuin is nog een zeldzaamheid - ook al is de duizendknoop relatief gemakkelijk te verzorgen en op vele manieren te verwerken. Onze post zal je vertellen hoe je boekweit kunt laten groeien.

Wat is belangrijk bij het kweken van boekweit?
Voor een overvloedige oogst moet je voorzichtig zijn met het kiezen van de juiste locatie tijdens het kweken. Daarnaast is voorkweken onder bepaalde voorwaarden aan te raden.
Voorkweek van boekweit
Boekweit verdraagt kou zeer slecht. Het heeft dus warme grond nodig om goed te ontkiemen. Om deze reden kan voorkweek binnenshuis, in een kas of onder glas zinvol zijn - maar alleen als je de plant als sierplant wilt opkweken of op kleine schaal wilt kweken. Als alternatief kunnen goed geïsoleerde verhoogde bedden worden gebruikt. Als de bedden bedekt zijn, is iets eerder zaaien mogelijk. De overdekte verhoogde bedden bieden het voordeel dat de boekweit beter wordt beschermd bij een onverwachte temperatuurdaling.
De juiste locatie
Kies voor de boekweitteelt een zonnige, warme en droge standplaats. Het is het beste om de plant(en) af te schermen tegen koude wind. Als deze laatste de grond afkoelt, beschadigt dit de kieming. Ook gebieden met hoog grondwater en depressies waar regenwater zich verzamelt zijn ongeschikt. Je moet ook vermijden om je boekweit te dicht bij huis te laten groeien. De plant trekt vliegende insecten aan, wat een probleem kan zijn voor mensen met allergieën.
Boekweit kweken - zo werkt het
- Graaf het bed dat bedoeld is voor de boekweit van het voorgaande jaar op en maak het goed los. Verwijder onkruid en verrijk de grond met goed verteerde compost.
- Zaai de boekweit in het voorjaar na de ijsheiligen (rijafstand ongeveer 25 centimeter, binnen de rijen ongeveer 15 cm tussenruimte, zaaidiepte twee tot drie centimeter).
- Geef de zaden matig water.
Als de grond voldoende warm is, zal kieming vrij snel plaatsvinden. Vanaf dit moment kun je de plant bijna helemaal aan zichzelf overlaten. Zorg ervoor dat de boekweit overal een beetje (!) vochtig is, maar nooit nat. Zodra de eerste knoppen opengaan, bezuinigen op de watergift. Nadat de bloemen zijn uitgebloeid, mag u de plant geen water meer geven (uitzondering: aanhoudend hete en regenloze fasen). Bemesten is niet nodig (mits de grond voor de teelt is verrijkt met compost).