Frambozen zijn zoete, bijzonder smakelijke bessen. Ze rijpen in het late voorjaar en kunnen tot ver in de herfst nieuw fruit produceren. Recht uit de struik smaken ze het lekkerst, maar ze kunnen ook heel worden ingevroren zodat ze later gezeefd kunnen worden.

geef frambozen door
Gebruik bevroren of vers geplukte frambozen.
- Pluk de frambozen voorzichtig uit de struik en pluk er meteen de beschadigde of papperige bessen uit. Bevroren bessen zijn al gesorteerd en hoeven alleen nog maar te worden ontdooid.
- Was de verse frambozen voorzichtig onder stromend water. Doe de bessen in een zeef en spoel ze af.
- Laat de bessen even uitlekken.
- Vul nu de bessen in een hoge blenderkom en hak ze tot een smeuïge puree.
- Je kunt nu wat citroensap en poedersuiker toevoegen om ervoor te zorgen dat alle ingrediënten goed gemengd zijn. Ga op dezelfde manier te werk met ontdooide bessen.
- De puree bevat nog de kleine pitjes van de frambozen. Als je een heel fijne saus nodig hebt, giet je de puree door een zeer fijne zeef.
- Roer met een lepel en oefen wat druk uit. Zo komt de frambozensaus in de kom, de pitjes blijven in de zeef.
De frambozensaus die je ontvangt is nog in onbewerkte staat. Als je de saus wilt koken voordat je hem gebruikt, kun je de frambozenpuree drie minuten in een pan koken voordat je hem afgiet.
Gebruik van gepureerde frambozen
Frambozensaus is de kers op de taart voor veel desserts. Het past goed bij de meeste soorten ijs, over vanillepudding of in een kwarkschotel. Zoete gistknoedels worden een speciale traktatie wanneer ze worden geserveerd met een saus gemaakt van frambozen. Het kwark- of roomkaasbrood als ontbijt krijgt een bijzondere kick met een lepel frambozensaus.
Als je frambozenjam wilt bewaren, gebruik dan gepureerde frambozen. hierdoor is de jam bijzonder goed smeerbaar.
Je kunt zelfs de korrels gebruiken die bij het zeven in de zeef achterblijven. Droog de zaden, meng ze met zout en maal het geheel tot een fruitig-zout kruidenpoeder dat vooral salades een heel nieuw aroma geeft.