Naaldbomen groeien meestal in het bos of op "dennenplantages", zelden in huistuinen. Er zijn ook enkele soorten sparren die mooi gevormd worden, niet bijzonder groot zijn en uw tuin zeker kunnen verbeteren.

Welke sparren zijn geschikt voor de tuin?
In principe kunt u alle soorten sparren in uw tuin planten, mits u voldoende ruimte heeft. Vooral soorten die klein blijven, zoals de suikerbroodspar (bot. Picea glauca conica) of dwergvormen van de rode spar (bot. Picea abies), zijn bijzonder goed, ook voor niet al te grote tuinen. Ook de Servische spar (bot. Pinea omorika) kom je regelmatig tegen.
De juiste locatie en de beste grond
Sparren geven over het algemeen de voorkeur aan een zonnige tot halfschaduwrijke standplaats en licht vochtige grond. Dit mag echter niet te zwaar of kleiachtig zijn. Sparren verdragen droogte niet bijzonder goed; de Servische spar en de hulstspar zijn wat toleranter dan andere soorten. De spar maakt het niet uit of de grond licht zuur of alkalisch is.
de beplanting
Sparren zijn platgeworteld, dus hun wortels hebben de neiging om breder dan diep te groeien. Graaf daarom een voldoende groot plantgat en houd voldoende afstand tot de naburige planten. Eventueel de grond losmaken met wat zand of verrijken met compost.
Geef de spar, die zo jong mogelijk is (ongeveer 20 cm grote zaailingen), grondig water voordat u gaat planten. Vul na het inbrengen van de spar het plantgat met aarde en trap voorzichtig de grond af. Goed water geven in de komende dagen zal helpen bij het rooten.
De essentie in het kort:
- kies voor kleine tuinen soorten die de neiging hebben klein te blijven
- Standplaats: zonnig tot halfschaduw, beschut tegen de wind voor hoge sparren
- Bodem:vrij vochtig en niet te zwaar of kleiachtig
- Planttijd: elk moment als de grond vorstvrij is
- na het planten goed vochtig houden tot de beworteling
tips
Plant je een spar die wat groter is, geef hem dan een steunpaal om te voorkomen dat hij bij de eerste storm omvalt.