- Vereisten voor het telen van plantuien
- Wanneer en hoe worden uien geplant?
- Tips voor het gebruik van plantuien
- Wanneer zijn plantuien rijp?
Uien kweken in eigen tuin loont altijd. Met relatief weinig werk en een goed voorbereide grond kun je meestal een mooie oogst krijgen. Een goed alternatief voor het zaaien van uien is het plakken van de uien.

Vereisten voor het telen van plantuien
Plantuien hebben veel zon nodig om te gedijen, dus kies altijd een zonnig plekje in het bed. De grond is idealiter licht zanderig, goed gedraineerd en voedselrijk. Er moet op worden gelet dat er geen wateroverlast in het bed ontstaat, omdat hierdoor de bollen gaan rotten. Ook is het een voordeel als de wind op de gekozen locatie goed door kan trekken. Dit voorkomt schimmelaantasting.
Een andere vereiste is regelmatig water geven. Hoewel plantuien een droge periode goed overleven, moet je er altijd voor zorgen dat de grond constant vochtig is.
Wanneer en hoe worden uien geplant?
Bij het telen van uien met plantuien is zaaien in het voorjaar en één in de late herfst mogelijk. Men onderscheidt
- Bosui setjes en
- winteruien
De lente teelt
Tussen maart en april kunnen de eerste plantuien in het bed gezaaid worden. Hier mogen al twee tot drie jaar geen uien meer geteeld worden zodat er voldoende voeding is voor de nieuwe zaai. Als u aan de veilige kant wilt blijven, werk dan een dosis compost in de grond voordat u gaat zaaien.
- Maak eerst de grond goed los.
- Verwijder het onkruid.
- Houd een afstand van 20 cm tussen de rijen.
- Plant de bollen in rijen met een onderlinge afstand van 10 cm. Het bovenste derde deel van de ui steekt nog uit de grond.
- Om ervoor te zorgen dat de rijen recht lopen, gebruikt u een plantkoord om te helpen.
- Zorg ervoor dat de uien voldoende vocht krijgen, maar voorkom wateroverlast.
winteruien
Goede en bekende soorten winteruien zijn bijvoorbeeld:
- Presto, gele huid
- Radar, geelschillig
- Piroschka, rode huid
- Romy, rode huidskleur
Deze worden in de herfst, in september of oktober in goed losgemaakte, kruimelige grond geplant. De grond moet vooraf worden bemest met een dosis compost. Stikstofhoudende meststoffen zijn niet aan te raden, omdat de plantuien te snel ontkiemen en dan niet meer tegen de winterkou kunnen.
Plant de winterbollen ook in rijen met een tussenafstand van 10 cm. Het bovenste derde deel van de ui steekt uit. De rijen moeten ook 20 cm uit elkaar staan.
De verzorging van de bollen in de winter
De uien kiemen goed en zijn doorgaans vorstbestendig. Ze ontwikkelen extra wortels tijdens de wintermaanden. Een sneeuwdek deert de jonge uienplanten niet. Wel dienen de jonge planten beschermd te worden bij vorst (zware vorst zonder sneeuw). Het is raadzaam om ze te bedekken met kreupelhout of dennengroen.
Zodra de sneeuw is ontdooid, kunnen de rijen uien worden opgewarmd met een vliesdoek. Een dosis volledige bemesting is in maart niet verkeerd, dit geeft de bollen nog meer groeiondersteuning. De oogst kan dan meestal half mei plaatsvinden.
Tips voor het gebruik van plantuien
Let er bij het kopen van je plantuien op dat je alleen die ter grootte van een hazelnoot koopt. Kleine uien schieten niet zo snel. In de winkel zijn meestal kleine zakjes met 250 g plantuien verkrijgbaar. Bewaar de uien tot het zaaien in een donkere kamer met een kamertemperatuur van maximaal 20 graden, zodat er geen kieming kan optreden.
Om ervoor te zorgen dat de plantuien het buiten goed doen, kunnen ze voor het zaaien een nacht in lauw water worden geweekt. De uien nemen water op en ontwikkelen dan sneller wortels in het bed.
Wanneer zijn plantuien rijp?
De lente-uitjes zijn doorgaans sneller klaar voor de oogst dan gezaaide uien. Al eind juli/begin augustus begint het blad geel en droog te worden. Dit is het juiste moment om uien te oogsten.
Afhankelijk van het ras kunnen de winterplantuien al in mei worden geoogst. Ook hier is het rijpingspunt te herkennen aan het feit dat de bladeren verdorren.
Lente- en winterplantuien moeten na de oogst enige tijd drogen op een droge en luchtige plaats. Dan kunnen ze worden opgeslagen.