In het voor- en najaar kan het moeilijk zijn om de wilde kers te onderscheiden van andere loofbomen en vooral van zoete kersen. Naast de kruisgestreepte en zwartachtige bast, kunnen de bladeren een duidelijke indicatie geven van de vogelkers.

je basisvorm

Het blad van de wilde kers zit in een afwisselende volgorde op de takken. Het wordt aan de spruit geschroefd en verschijnt meestal samen met de bloemen begin/half mei.

Nadat de bladeren uit hun gevouwen knoplaag zijn gekomen, wordt hun eenvoudige vorm onthuld. Ze zijn verdeeld in bladsteel en blad. Ze hechten zich aan een 2 tot 7 cm lange en onbehaarde stengel. Deze is aan het boveneinde voorzien van twee roodachtige nectarklieren. Deze klieren dienen om mieren aan te trekken die vervelende rupsen op de bladeren eten.

Verder zijn de bladeren van de gewone vogelkers:

  • kleiner dan die van de zoete kers
  • 3 tot 15 cm lang en 2 tot 7 cm breed
  • omgekeerd eirond tot elliptisch
  • lang puntig
  • ruw, dubbel en onregelmatig gekarteld aan de rand (tanden naar voren wijzend)
  • dun en slap
  • wigvormig tot afgerond aan de basis

Jouw kleur(en) het hele jaar door

Het uiterlijk van de bladeren van wilde kersen verandert in de loop van het jaar. Wanneer ze ontkiemen, zijn de hoofd- en 1 cm lange zijbladeren weelderig groen en zeer glanzend.

In de zomer verkleuren de bladeren naar limoengroen. De onderkant van de bladeren is lichter van kleur. Ze ziet er bleekgroen uit. Bovendien is het bedekt met zachte haren op de kleine aderen. Daarentegen is de bovenzijde kaal, glanzend en licht gerimpeld.

In de herfst ondergaat het gezicht van de bladeren nog een verandering. Dan krijgt het felle kleuren tussen geel, oranje en vurig rood. Na het vallen in oktober valt het blad snel uiteen.

tips en trucs

Net als het fruit en de bloemen zijn de bladeren niet giftig en eetbaar. Ze hebben een delicaat kersenaroma. Vers gekiemd zijn ze het lekkerst.

Categorie: