De herkomst van een plant geeft de hobbytuinier waardevolle informatie over professioneel planten en voorbeeldige verzorging. Lees hier uit welke delen van de wereld de ridderster zijn weg naar ons heeft gevonden. Deze conclusies zijn te trekken over de teelt van een hippeastrum.

Inheems in de Peruaanse Andes
De prachtige variëteiten die ons in het midden van de winter verrassen met hun weelderige bloemen, zijn vaak afgeleid van de wilde soort Hippeastrum vittatum of een van de meer dan 100 andere soorten. Deze zijn inheems in de subtropische gebieden van Zuid-Amerika, bij voorkeur in de Peruviaanse Andes, in het zuiden en midden van Brazilië.
Perfect aangepast aan het subtropische klimaat
Dankzij een krachtige ui als een blijvend orgaan is een ridderster optimaal uitgerust voor het subtropische klimaat van zijn herkomstgebieden. Met overwegend vrij koele temperaturen wisselen regenachtige groeiperiodes en droge rustfasen elkaar af.
Goede zorg vraagt om heroverweging
Voor de teelt in Midden-Europa resulteert de herkomst in een tegengestelde vegetatiecyclus met een bloeiperiode in de winter, wat de aantrekkingskracht van de amaryllis als kamerplant onderstreept. Om onder deze panden goed voor een ridderster te kunnen zorgen, komen de volgende aspecten aan de orde:
- Beste planttijd is november voor bloei na 6 tot 8 weken
- Tijdens de bloeiperiode op een lichte, niet volle zon standplaats met 18 tot 22 graden Celsius zetten
- Na de bloei tot eind juli blijven water geven en bemesten
- De ridderster brengt de zomergroeiperiode door op het zonnige, warme balkon
- Stop vanaf augustus met de water- en nutriëntenvoorziening
Na een regeneratieperiode van 6 tot 8 weken de plant verpotten. De Ritterstern brengt zijn rustperiode door in een koele, donkere kelder, vrij van verwelkte bladeren.
tips
Gedurende meer dan 100 jaar verhitte de ridderster de gemoederen van botanici omdat ze het niet eens konden worden over de taxonomie ervan. Vanwege zijn opvallende gelijkenis met de Amaryllis (Amaryllis belladonna) van Zuid-Afrika viel ook de Ridderster lange tijd onder deze categorie. Pas sinds 1987 is de Zuid-Amerikaanse plant ingedeeld bij het eigen geslacht Hippeastrum. De naam Amaryllis is natuurlijk als gewone naam in de volkstaal bewaard gebleven.