- Verschillend afhankelijk van de gang
- herken martersporen
- Onderscheid martersporen van katten- of hondensporen
- Alle functies op een rij
Dierensporen zijn bijzonder goed te herkennen in de sneeuw. Toch is het niet altijd makkelijk te bepalen welk dier zich hier door het stralende wit heeft gesjouwd. Hier leggen we uit hoe je martersporen in de sneeuw kunt herkennen.

Verschillend afhankelijk van de gang
Als marters snel rennen, springen ze als konijnen, zodat beide poten naast elkaar landen. Ook valt op dat de achterpoten vaak in de sporen van de voorpoten vallen, zodat er geen duidelijke afdruk te zien is. Als de marter echter langzaam beweegt, kunnen de poten verschoven worden gezien en is de afdruk glashelder op harde sneeuw.
herken martersporen
Martens zijn de hele winter actief, net als veel andere dieren die sporen achterlaten in de sneeuw. Alle leden van de marterfamilie, waaronder de das, wezel en otter, zijn duidelijk zichtbaar in de dierensporen in de sneeuw vijf tenen herkennen. In tegenstelling tot dassen, otters e.d. zijn de marters klauwsporen herkenbaar en de individuele tenen zijn iets langer dan bijvoorbeeld bij fretten. De baal vormt een halvemaanvormige sikkel in tegenstelling tot bijvoorbeeld de otter, waar de pad meer doet denken aan een omgekeerd klavertje drie.
De marterbaan is ongeveer 3,5-5 cm lang en 3-4 cm breed en is daarmee iets kleiner dan een dassenbaan (ongeveer 7 cm lang).
Onderscheid martersporen van katten- of hondensporen
In tegenstelling tot katten- of hondensporen zijn bij marters vijf tenen te zien, bij katten en honden slechts vier. Daarnaast zijn er geen klauwsporen te vinden bij katten en honden en zijn er kleine klauwsporen te zien op alle vijf de tenen van marters.
youtubeAlle functies op een rij
- Maat: ongeveer 5 cm lang en 4 cm breed
- Tenen: 5 langwerpige tenen met klauwsporen voor elke teen
- Pads: sikkelvormig
- Pootprogressie: Twee wazige afdrukken naast elkaar bij het rennen met grote sprongen, duidelijk zichtbaar en verschoven bij langzaam rennen