Vetplanten zijn niet bekend met de voedselrijke grond van onze tuinen. In hun natuurlijke verspreidingsgebied gedijen de niet veeleisende planten in arme, droge grond. Normale potgrond voldoet dus ook niet aan de eisen van de ideale succulentengrond. Lees hier hoe de juiste ondergrond moet worden samengesteld.

Succulente grond simuleert natuurlijke omstandigheden
De meeste succulente soorten gedijen goed in woestijnachtige omstandigheden met veel zon en weinig regen. De grond in hun leefgebieden bevat slechts een kleine hoeveelheid humus. Anorganische, minerale componenten zoals zand en stenen domineren hier. In speciaalzaken wordt daarom speciale vetgrond aangeboden met een andere samenstelling dan conventionele potgrond. Mocht je het substraat zelf willen mengen, dan hebben de volgende recepten zich in de praktijk bewezen:
- Standaard mengsel: halve grond of potgrond en een minerale bijmenging
- 60 procent cactusaarde, 20 procent seramis, 20 procent kwartszand
- 30 procent bladcompost, 30 procent turf, 20 procent lavakorrels, (13,99 €) 20 procent puimsteen
Voor de teelt van grote vetplanten raden wij aan om leemachtige tuingrond toe te voegen om het substraat extra stabiliteit te geven. Voor de teelt van bladcactussen, zoals Schlumbergera, uit het tropisch regenwoud kan het humusgehalte iets hoger zijn.
De ideale ondergrond moet maatvast en tegelijkertijd goed doorlatend zijn. Voer aan het einde een stabiliteitstest uit om deze twee belangrijkste criteria op de proef te stellen. Neem hiervoor de succulente grond in één hand en knijp erin. Deze samengedrukte vorm zou het substraat slechts kort moeten vasthouden en dan uit elkaar vallen zodra je je hand opent.
tips
Met de toevoeging van eenvoudige bodemverbeteraars kun je rijke, voedzame tuingrond omtoveren tot goed doorlatende, magere, sappige grond. Om ervoor te zorgen dat winterharde vetplanten buiten in de tuin gedijen, mengt u bij het planten een handvol kwartszand (€ 15,85), fijnkorrelige snippers (€ 46,95) of lavakorrels.