De oleasters zijn sierheesters die evenzeer geschikt zijn voor solitaire, groeps-, heg- of containerbeplanting en geen complexe verzorging vergen. Door gericht snoeien kunnen de heesters in vorm worden gehouden en wordt hun vertakking bevorderd.

Regelmatig snoeien bevordert een gelijkmatige groei en overvloed aan fruit

De olieachtige soorten worden beschouwd als snoeibomen. Ze hebben de neiging om lange, staafachtige scheuten te vormen die regelmatig moeten worden bijgesneden om een betere vertakking te krijgen. Niet alleen vormsnoei van de jonge planten, maar ook de dun- en verjongingssnoei kan bij de oleasters gebruikt worden. In het algemeen is het jaarlijks snoeien van veel bomen en struiken - met uitzondering van oleasterhagen - echter niet absoluut noodzakelijk.

snijtijd

Snoeien na de bloei. Omdat verschillende soorten oleasters op verschillende tijdstippen bloeien, kunnen tussen juni en oktober eventueel noodzakelijke snoeimaatregelen worden uitgevoerd. De beste tijd voor verjonging is voordat de nieuwe bladeren in februari of maart ontkiemen. Het is voldoende als het snoeien om de twee tot drie jaar wordt gedaan. De hagen worden jaarlijks in juni gesnoeid. Snoeien doe je bij voorkeur op een bewolkte dag.

vormsnoei

De jonge planten worden in eerste instantie gestimuleerd om beter te vertakken door de lange scheuten in te korten en de struik een bossiger uiterlijk en de gewenste vorm te geven. Rond het derde jaar kunnen de struiken met een derde worden teruggesnoeid.

dunner knippen

Het snoeien dat gebruikelijk is voor sier- en nuttige bomen kan ook worden gebruikt voor oleasters. In wezen beperk je je tot de volgende handvatten:

  • verwijder ongunstige naar binnen groeiende scheuten,
  • ofwel onvertakte, sterkere scheuten doormidden snijden of direct aan de basis afsnijden,
  • Snijd oude, kale, beschadigde scheuten dicht bij de grond.

taps toelopende snede

Bij te groot geworden oliehoudende bomen is een radicale snede mogelijk. Het is echter beter om de verjonging gelijkmatig over meerdere jaren te spreiden. Afhankelijk van de grootte van de plant worden er jaarlijks 2-3 oudere takken weggeknipt om plaats te maken voor de jonge scheuten. De resterende scheuten worden met een derde ingekort.

tips

De afgesneden scheuten van de wilg kunnen worden gebruikt voor vermeerdering, wat bij de wilg gebeurt door middel van zogenaamde kopstekken.

Categorie: