De rubberboom, die in de jaren '60 erg populair was, heeft veel van zijn aantrekkingskracht als kamerplant verloren. Helemaal niet ouderwets, maar zeer onderhoudsvriendelijk en in verschillende kleurnuances te vinden. Het kan gemakkelijk worden vermeerderd door stekken.

De rubberboom mag slechts matig worden bewaterd

Plant de rubberboom op de juiste manier

Met zijn lage voedingsbehoefte heeft de rubberboom geen speciaal substraat nodig, in de handel verkrijgbare potgrond of licht zandgrond is voldoende. De pH van de grond moet bijna neutraal zijn. Kies een voldoende grote plantenpot, want de rubberboom kan wel drie meter hoog worden. Indien nodig kan hij echter ook vrij eenvoudig worden verpot.

De beste plaats voor de rubberboom

De rubberboom houdt van warm en helder en kan in tegenstelling tot veel andere kamerplanten ook goed overweg met droge verwarmingslucht. Toch levert tocht hem problemen op. Daarom mag de rubberboom niet per se bij het vaak geopende raam of bij de deur naar de koude gang staan.

Als hij zich goed voelt, kan de rubberboom na verloop van tijd tot aan het plafond groeien. In het wild kan hij echter 20 tot 40 meter hoog worden en kan de stam tot 2 meter dik worden. De bladeren, tot 40 cm groot, kunnen licht worden en afnemen met een vochtige doek.

Water en bemest de rubberboom

De rubberboom mag slechts matig worden bewaterd. Wacht tot de bovenste laag aarde iets is opgedroogd. De rubberboom verdraagt het best stilstaand kamerwarm water of regenwater. Vermijd wateroverlast, want de rubberboom is hier behoorlijk gevoelig voor. Er mag in geen geval permanent water in de plantenbak of schotel staan, dit leidt gemakkelijk tot rot.

Als alternatief voor de gebruikelijke watergift kunt u uw rubberboom ook af en toe "dompelen". Zet de plant in een grote bak gevuld met water tot de grond verzadigd is. Wanneer er geen luchtbellen meer uit het water opstijgen, is het tijd om de rubberboom te verwijderen. Giet het grondig af.

Ongeveer elke twee tot drie weken bemest je je rubberboom met een in de handel verkrijgbare vloeibare meststof. Dit meng je eenvoudig door het gietwater. De rubberboom heeft niet heel veel voedingsstoffen nodig, dus de mest niet te royaal doseren.

Ziekten en plagen van de rubberboom

Met goede verzorging en op een geschikte standplaats is de rubberboom behoorlijk robuust tegen ziekten en plagen. Als het doordrenkt raakt of te veel water krijgt, kan het gemakkelijk zijn bladeren verliezen.

De meest voorkomende plagen op rubberbomen zijn spint en wolluis. Ze kunnen echter biologisch worden bestreden zonder het gebruik van agressieve chemicaliën. Controleer uw rubberboom op ongedierte, vooral tijdens het stookseizoen.

De rubberboom in de winter

De rubberboom verdraagt een enigszins koele winterstop heel goed, deze kan duren van oktober tot februari. De temperatuur mag gedurende deze tijd echter niet onder de 16 °C komen, omdat de rubberboom vrij gevoelig is voor kou.

Tijdens de winterstop heeft de rubberboom weinig water nodig en mag hij maximaal twee keer worden bemest. Als de potgrond nog relatief vers is, kun je in de winter volledig zonder bemesting.

Snoei de rubberboom

De rubberboom hoeft niet regelmatig gesnoeid te worden. Snoeien verdraagt hij echter goed. Als de rubberboom te groot wordt, zaag hem dan op de gewenste hoogte af. Je kunt het stuk dat je hebt afgesneden meteen gebruiken voor vermeerdering. Je kunt hiervoor ook zijscheuten gebruiken.

Kweek de rubberboom

De rubberboom kan ook gezaaid worden, maar dat is best een lastige opgave. Aan de andere kant is vermeerdering door stekken vrij eenvoudig. Deze kun je het beste in het voorjaar uit de zijscheuten knippen als de rubberboom nieuw blad vormt. Wortelen vindt plaats in een glas water of in vochtige groeigrond. Dit duurt ongeveer vier tot acht weken. Pas als de wortels sterk zijn, verpot je de jonge rubberboom.

De essentie in het kort:

  • makkelijk in onderhoud
  • goed geschikt voor beginners
  • lichte tot halfschaduwrijke standplaats voorkeur
  • Vermijd tocht
  • Indien mogelijk mag de temperatuur niet lager zijn dan 16 °C
  • bonte variëteiten hebben meer licht nodig voor mooie kleuren
  • giet of dip matig
  • koele winterstop van oktober tot februari
  • Voortplanting het beste door stekken
  • heeft af en toe last van ongedierte, vooral tijdens het stookseizoen

tips

De rubberboom is een van de gemakkelijk te onderhouden en beginnersvriendelijke kamerplanten. Naast licht, warmte, water en kunstmest heeft hij maar een iets koelere winterstop nodig om te gedijen.

Categorie: