De Euphorbia tirucalli, die behoort tot de wolfsmelkfamilie, staat ook wel bekend als de potloodstruik met zijn heel bijzondere uiterlijk, de takken zo dik als een potlood en de kenmerkende verwarde groeiwijze. Net als andere wolfsmelksoorten is deze plant niet winterhard, maar relatief eenvoudig te vermeerderen als je er goed voor zorgt.

De potloodstruik kan worden vermeerderd door stekken

Wees ook voorzichtig bij het verzorgen van de potloodstruik

Over het algemeen geldt er een zekere zorgplicht bij het omgaan met wolfsmelkplanten, aangezien het melkachtige plantensap in de meeste gevallen relatief sterk giftig is. Enige voorzichtigheid is daarom ook aan te raden als kinderen of huisdieren tijdelijk zonder toezicht in de woonruimtes zijn. Omdat Euphorbia tirucalli meestal door stekken wordt vermeerderd, ontsnapt het plantensap logischerwijs uit de dikke, frisgroene takken van de struik. Draag handschoenen bij het snijden van de stekken om te voorkomen dat u in contact komt met het bijtende en giftige plantensap. Anders kunnen bij gevoelige mensen snel roodheid van de huid of blaarvorming optreden. Als het plantensap op de slijmvliezen, in open wonden of in de maag komt, kunnen de gevolgen nog dreigender zijn.

Potloodstruikstekken op de juiste manier snoeien

Voor een optimale wortelvorming dienen de stekken van de potloodstruik Euphorbia tirucalli indien mogelijk in het voorjaar of de vroege zomer te worden gesnoeid. Daarnaast zijn de volgende parameters gunstig gebleken voor een succesvolle vermeerdering:

  • Lengte van de stek: ongeveer 12 tot 15 cm
  • Snijd net onder een bladknoop
  • Laat de snijranden na het snijden ongeveer 48 uur aan de lucht drogen
  • warme, lichte locatie zonder direct zonlicht

Terwijl een volgroeide potloodstruik het liefst in de volle zon gedijt, moeten stekken op een licht beschaduwde plek worden geplaatst omdat hun wortels nog niet zijn ontwikkeld en de resulterende beperkte vochtopname.

Geschikt substraat voor de bewortelingsfase

Na droging kunnen de stekken in een magere ondergrond geplaatst worden. Deze kan bijvoorbeeld bestaan uit cactusaarde of zand en kokosvezels bevatten. De eerste vier weken is het belangrijk dat de stekken niet te vaak worden bewaterd. Door ze echter af te dekken met folie of ze in een kas te kweken, kunnen de stekken gedurende deze tijd niet uitdrogen. Na ongeveer vier weken moeten verse scheuten uitwijzen of de beworteling van de stekken gelukt is.

tips

In tegenstelling tot veel andere kamerplanten zoals de gekleurde brandnetel, kun je de uitlopers van de potloodstruik niet in het waterglas wortelen. Als uitlopers van een vetplant zouden de stekken anders rotten in plaats van wortelen.

Categorie: