- Lila in één oogopslag
- Karakterisering, soorten en variëteiten
- Geen relatie met de buddleia of vlinderstruik
De van oorsprong uit Zuidoost-Europa afkomstige sering komt in tal van tuinen voor en is vooral tijdens de bloeiperiode een lust voor het oog. De struik of kleine boom wordt als robuust en niet veeleisend beschouwd en kan ook erg oud worden. Het populaire hout kan ook in een voldoende grote emmer worden opgekweekt, zeker als het een kleine soort is zoals Syringa meyeri (dwergsering) of Syringa microphylla (kleinbladige herfstsering).

Lila in één oogopslag
- Botanische naam: Syringa
- Geslacht: Lila
- Familie: Oleaceae
- Soort: ongeveer 30 soorten, waaronder: Syringa vulgaris (gewone sering), koninklijke lila of Chinese sering (Syringa × chinensis), Canadese sering of Preston's lila (Syringa × prestoniae), dwerglila (Syringa meyeri)
- Herkomst en verspreiding: Azië en Europa
- Groeivorm: struikachtig of als boom
- Groeihoogte: afhankelijk van de soort tussen 200 en 500 cm
- Standplaats: zonnig tot licht halfschaduw
- Grondsoort: matig droog, kalkhoudend, goed doorlatend
- Bloemen: Gerangschikt in pluimen tot 30 centimeter lang
- Bloemkleuren: verschillende tinten roze en paars, wit
- Bloeitijd: meestal tussen mei en juni, afhankelijk van de variëteit
- bladeren: enkelvoudig, zelden geveerd
- Gebruik: Sierheester of -boom in tuinen en parken, als solitair, in groepen, als haag of (vooral kleine soorten) in kuipen
- Toxiciteit: licht giftig
- Winterhardheid: ja
- Verwarringsgevaar: zomersering (Buddleja) vanwege de gelijkaardige bloesem, zwarte vlier (Sambucus nigra) vanwege de naam "lila" (die in Noord-Duitsland ook voor vlier wordt gebruikt)
Karakterisering, soorten en variëteiten
De gewone sering (Syringa vulgaris), die sinds de 16e eeuw in Midden-Europa wordt gekweekt en een grote verscheidenheid aan variëteiten biedt, is meestal te vinden in de tuinen en parken. Er zijn echter een aantal andere soorten die net zo mooi bloeien - en vaak de karakteristieke geur uitstralen. Seringen worden meestal als struik of kleine boom gekweekt en kunnen, afhankelijk van de soort en variëteit, tussen de 150 en 600 centimeter hoog worden. Ondanks de kenmerkende, zoete geur wordt de sering zelden aangevallen door insecten: ze smaakt erg bitter vanwege de licht giftige ingrediënten, wat vooral geldt voor de bloemen en hun nectar.
Geen relatie met de buddleia of vlinderstruik
Als je iets goeds wilt doen voor vlinders, hommels en bijen, kun je beter de zomer- of vlinderstruik (Buddleja) kweken in plaats van de gewone sering, die vooral een geliefd weiland is voor motten. De soorten zijn niet verwant ondanks dezelfde naam en de gelijkaardige bloemen.
tips
Op veel websites en in sommige kookboeken vind je ook recepten voor vlierbessen of vlierbloesem, bijvoorbeeld vlierbessensap of vlierbloesemthee, die beide een koortswerend effect hebben. Dit zijn echter niet de bessen of bloemen van de Syringa-sering, maar die van de zwarte vlier (Sambucus nigra), die vooral in Noord-Duitsland vaak "sering" wordt genoemd - wat natuurlijk voor verwarring zorgt.