- Wat zijn flatrooters?
- Welke problemen kunnen optreden bij ondiepe wortels?
- Welke naaldboomsoorten vormen ondiepe wortels?
Weinig coniferen zijn van nature ondiep geworteld en hun werkelijke worteldiepte en verspreiding hangen voornamelijk af van de bodemsamenstelling en verdichting. Bomen hebben de neiging om dieper te wortelen op locaties met voedselarme, droge grond dan op humusrijke, vochtige grond. U kunt nu lezen waarom de classificatie op roottype zo belangrijk is.

Wat zijn flatrooters?
Planten zijn grofweg verdeeld in ondiepe en diepe wortels, waarbij de eerste een dicht vertakt wortelstelsel vormt dat net onder het oppervlak blijft en slechts een beetje diep reikt. De grootte van een boom is geen indicatie voor het soort wortel dat het is: de gigantische oersequoia's zijn bijvoorbeeld platgeworteld, hun wortelstelsel reikt vaak niet dieper dan één tot maximaal drie meter de grond in. Het ondiepe wortelstelsel spreidt zich echter vaak uit over een diameter van vele meters.
Welke problemen kunnen optreden bij ondiepe wortels?
Een typisch probleem bij ondiep wortelende bomen is hun vaak lage stabiliteit: door een stevige storm of na hevige regenval kunnen deze soorten snel omvallen en zijn dan niet meer te redden. Verder hebben platwortelige planten vaak veel afstand tot andere aanplant nodig zodat hun wortels zich kunnen verspreiden. Wees ook voorzichtig met aanplant in de buurt van huismuren, muren en soortgelijke constructies, omdat veel wortelstelsels ze al hebben vernietigd. In tegenstelling tot veel andere planten ontwikkelen platwortelconiferen echter geen worteluitlopers.
Welke naaldboomsoorten vormen ondiepe wortels?
Typische ondiepgewortelde coniferen zijn:
- Spar (Picea abies)
- Levensboom (Thuja occidentalis)
Dit betekent echter ook dat beide soorten gemakkelijk kunnen wortelen op locaties met een ondiepe laag grond, zoals een daktuin. Het wordt pas een probleem als een hoge solitaire zonder bescherming wordt blootgesteld aan wind en andere weersinvloeden. In dit geval is de stabiliteit laag. Voor stabilisatie moet op een meer beschutte plaats of gemengde groepsbeplanting worden geplant, waarbij de verschillende soorten elkaar ondersteunen. Om dit effect te kunnen gebruiken, moet echter de vereiste minimale afstand worden aangehouden.
tips
Hoewel ondiepe wortelers niet te dicht bij huizen en andere constructies mogen worden geplant, mogen diepwortelaars niet boven ondergrondse draden of leidingen worden geplant. Met een beetje pech zullen de wortels de rioolbuizen of -kabels vernietigen.