- oorsprong
- bloesem
- bladeren
- groei
- gebruiken
- Is melkster giftig?
- Welke grond heeft de plant nodig?
- Welke locatie is geschikt?
- Wat is de beste planttijd?
- De juiste plantafstand
- verhoog melkster
- Ster van melk in de pot
- Giet melk ster
- Bemest de melkster op de juiste manier
- Snijd de melkster correct
- Hoe plant ik correct?
- verdord
- overwinteren
- Ziekten
- Gele bladeren
- Ster van melk bloeit niet
- soorten
Melksterren zijn bolgewassen die bloeien van de lente tot de herfst. Maar als u de plant in uw tuin plant, moet u naast de standplaatsomstandigheden ook rekening houden met de toxiciteit. Hoewel melksterren gemakkelijk te verzorgen en niet veeleisend zijn, is tact aan te raden bij het kweken ervan.
De melkster is een prachtige, puur witte schoonheid voor in de tuin
Inhoudsopgave
Toon alles- oorsprong
- bloesem
- bladeren
- groei
- gebruiken
- Is melkster giftig?
- Welke grond heeft de plant nodig?
- Welke locatie is geschikt?
- Wat is de beste planttijd?
- De juiste plantafstand
- verhoog melkster
- Ster van melk in de pot
- Giet melk ster
- Bemest de melkster op de juiste manier
- Snijd de melkster correct
- Hoe plant ik correct?
- verdord
- overwinteren
- Ziekten
- Gele bladeren
- Ster van melk bloeit niet
- soorten
- Melksterren staan bekend onder de naam tuinmanangst
- Gebruik in Bach bloesem geneeskunde als balsem voor de ziel
- Ornithogalum betekent vogelmelk
- in de zomer kortingen
- op bedranden en gazonranden
- onder hout arrangementen
- zanderig, kleiachtig en zanderig
- Mengsel van potgrond met zand en puimsteen
- Kleikorrels als alternatief voor zand
- cactusgrond
- Graaf de bollen op en verwijder alle aarde
- Snijd of snipper de uien met een scherp mes
- Leg uien in verse grond en dek licht af
- Ornithogalum montanum: Winterharde melkster met een grote bloeirijkdom. Groeihoogte tot 20 centimeter.
- Ornithogalum umbellatum: Groen blad met witte verticale strepen. Bloemen wit met groene strepen. Bloeitijd tussen april en mei.
- Ornithogalum nutans: Wit-zilveren sterbloem. Bloeitijd tussen mei en juni. Individuele bloemen met lange stelen. Doet denken aan een miniatuurlelie. Wordt tot 40 centimeter hoog. Vorstbestendig
- Ornithogalum arabicum: bloemen tot vijf centimeter groot. Eierstok blauwviolet. Aanbevolen als kamerplant.
- Ornithogalum dubium: Bloeit tussen juni en augustus met oranje bloemen. Aanbevolen als kamerplant.
- Ornithogalum saundersiae: bloemstelen tot 100 centimeter lang. Geschikt voor lenteboeketten.
oorsprong
Melksterren behoren tot het geslacht Ornithogalum. De bolgewassen met de onderaardse uitstervende organen komen bij sommige soorten in Europa voor. Hun verspreidingsgebied strekt zich uit tot in Noord-Afrika. Melksterren worden ook gevonden in de tropische gebieden van Afrika en Azië. De soorten die tot de aspergefamilie behoren, groeien in weilanden, op taluds en op vochtige grond in bossen.
Bruikbare informatie:
bloesem
Melksterren ontwikkelen trosvormige bloeiwijzen, die zijn samengesteld uit ten minste twee afzonderlijke bloemen. Elke bloem heeft vliezige schutbladen aan de basis. De individuele bloemen zijn radiaal symmetrisch en in drieën geconstrueerd. Je hebt zes schutbladen, die hetzelfde zijn ontworpen. Ze blinken in zuiver wit en hebben een geelachtige tot groen gekleurde streep aan de onderkant. Eén soort ontwikkelt oranje bloemen.
De bloemen openen in direct zonlicht. Ze doen denken aan fonkelende sterren aan de nachtelijke hemel, waar de planten hun Duitse naam aan hebben gegeven. De bloeiperiode voor kamerplanten begint in februari en duurt tot september. Buitenplanten bloeien later. Als je de bollen in het najaar uit de grond haalt en in een pot doet, krijgt de plant een nieuwe stimulans voor een groeispurt. Net op tijd voor de kerst krijgen de planten nieuwe bloemen.
bladeren
Als eenzaadlobbigen ontwikkelen melksterren grasachtige bladeren. Ze groeien aan de basis en zijn langwerpig. Er zijn soorten met gladde bladranden en soorten met harige randen. Bij alle soorten lijken de bladeren vlezig. Sommige bladeren hebben een zilverachtige streep.
groei
Melksterren zijn geofyten die groeien als meerjarige kruidachtige planten. Ze ontwikkelen bollen die dienen als duurzame organen. In het najaar halen de planten de voedingsstoffen uit de bovengrondse plantendelen en slaan deze op in de bol. Zo brengen de planten milde winters door in de grond. Ze gebruiken de opgeslagen energie om in het voorjaar te ontkiemen. De meeste melksterren bereiken een groeihoogte tussen de 25 en 30 centimeter. Sommige soorten worden tot 40 centimeter of tot een meter hoog.
gebruiken
Melksterren kunnen buiten worden geplant of in potten worden gekweekt. Ze zijn geschikt om onder lichte bomen te planten. In de buurt van andere bolgewassen zorgen melksterren voor kleuraccenten in het springbed. Winterharde soorten doen het goed in gedeeltelijk beschaduwde rotstuinen. De soorten Ornithogalum thyrsoides zijn geschikt als snijbloem.
Hier overtuigt de melkster:
Is melkster giftig?
Alle plantendelen van melksterren bevatten cardenoliden. De concentratie is het hoogst in de uien. Deze chemische verbindingen behoren tot de steroïden die het hart aantasten. Melksterren dragen de chemisch actieve stoffen in het organisme in de vorm van glycosiden. Consumptie leidt tot maag- en darmproblemen, misselijkheid en braken. Er kunnen hoofdpijn optreden. Hoge doses kunnen leiden tot hartritmestoornissen. Het melksap kan bij contact met de huid irritatie veroorzaken. Er is een hoog risico op vergiftiging bij katten en honden.
Lees verder
Welke grond heeft de plant nodig?
Een los substraat biedt doorlatende omstandigheden waarvan melksterren profiteren. Ze geven de voorkeur aan een frisse grond, omdat de bolgewassen gevoelig reageren op te natte omstandigheden. Een hoog stikstofgehalte zorgt voor een krachtige groei en een hoge vitaliteit. Een uniforme grond, afgestemd op de behoefte van hyacinten, is geschikt voor de opkweek van de planten. Meng het substraat met zand om de bodemstructuur voor de melkster te verbeteren. De bolgewassen verdragen kalkrijke omstandigheden in het substraat, maar geven de voorkeur aan een kalkarme omgeving.
Geschikte ondergrond:
Welke locatie is geschikt?
Melksterren prefereren een warme standplaats die ook in de zon kan liggen. Ze gedijen het beste op halfschaduwrijke plaatsen. Temperaturen tussen de 15 en 20 graden Celsius geven de uienplanten optimale groeiomstandigheden. Hogere temperaturen zijn geen probleem voor de kruidachtige planten.
Als je melksterren in een pot kweekt, is een lichte en warme plek op de vensterbank ideaal. Je kunt de plant ook in de serre zetten of in een kas laten groeien. Als je de melksterren als kamerplanten kweekt, moet direct zonlicht worden vermeden. Tijdens de zomermaanden kun je de emmer buiten op een beschutte en warme plek neerzetten.
Wat is de beste planttijd?
Als u vorstgevoelige soorten wilt planten, moet u wachten tot het voorjaar. Late vorst kan de bollen beschadigen. Het verpotten moet ook in het voorjaar plaatsvinden. Winterharde soorten kunnen in de herfst uitgeplant worden. Als je zaden wilt zaaien, moet je minder afhankelijk zijn van de seizoenen. Zaaien kan in de herfst of lente.
De juiste plantafstand
De minimale afstand tot de volgende plantpartner mag niet minder zijn dan 15 centimeter. Ideaal is een plantafstand van 20 centimeter. Bij krappe omstandigheden bestaat het risico dat de melksterren niet uitlopen. Let bij het planten van de bollen op de bodemdiepte. Melksterknollen moeten tien centimeter diep in het substraat worden geplant.
verhoog melkster
Om de twee tot drie jaar kun je te dicht gegroeide bosjes verdelen en op deze manier vermenigvuldigen. Graaf de bollen volledig op nadat de bloemen zijn verdord. Met een scherp mes kun je de uien in verschillende kleine stukjes snijden en opnieuw planten.
Het kan worden vermeerderd uit zaden die u zelf verzamelt. De ontwikkeling van zaden vereist succesvolle bemesting door insecten. Als de plant uitgebloeid is, verwijder je de zaadjes uit de bloemen. Strooi de zaden op een vochtige en voedselarme ondergrond. Vogelzand, puimsteengrind of potgrond zijn bij uitstek geschikt. Zorg ervoor dat de zaden niet bedekt worden door het substraat.
De lichtkiemen hebben een lichte en warme standplaats nodig met een temperatuur van minimaal 20 graden Celsius. Houd de ondergrond gelijkmatig vochtig door te spuiten. Na ongeveer twee weken begint de ontkieming.
Ster van melk in de pot
Melksterren zijn geschikt om in emmers te kweken. De kamerplanten kunnen het hele jaar door in de pot worden verzorgd, zodat de planten niet in winterslaap gaan. Houd er bij deze teelt rekening mee dat melksterren na verloop van tijd hun kracht verliezen. De winterslaap wordt ook gebruikt voor regeneratie.
Potplanten moeten regelmatig worden verpot. Dit is het geval wanneer de voedingsstoffen in de bodem zijn uitgeput of de plant dochterknollen heeft ontwikkeld. Deze maatregel vindt plaats direct na de rustfase in het voorjaar. Potplanten die niet in winterslaap gaan, moeten voor de bloei worden verpot…
Hoe melksterren te verpotten:
Giet melk ster
Geef de bollen niet direct water na het planten of verpotten. Wacht tot de plant is ontkiemd voordat je voor de eerste keer water geeft. Zodra de eerste groene scheuten uit de grond komen, kun je beginnen met water geven. Eenmaal gevestigd, zullen planten tijdens de vegetatieve fase matig water nodig hebben.
Zorg ervoor dat de ondergrond gelijkmatig vochtig is, maar niet te nat. Het water van de lente- en zomerneerslag is meestal voldoende om de waterbehoefte te dekken. Alleen bij langdurige droogte moet u de bolgewassen extra water geven. Doordrenk de grond overvloedig met water in plaats van meerdere kleine hoeveelheden water te geven. In de herfst kunt u de watergift langzaam verminderen.
Geef potplanten water als het substraat aan de oppervlakte is opgedroogd. Zorg ervoor dat er geen water in de onderzetter blijft staan. Wateroverlast zorgt ervoor dat de wortels gaan rotten. Ook in de winter hebben kamerplanten water nodig. Uien die u in de kelder overwintert, hoeven niet te worden bewaterd.
Bemest de melkster op de juiste manier
Melksterren hebben een matige voedingsbehoefte. Ze hebben stikstof nodig en genieten buiten van bemesting, die elke 14 dagen tot vier weken wordt herhaald. U kunt deze periode als richtlijn gebruiken, maar let bij het bemesten op de bodemgesteldheid. Stikstofrijke meststoffen zijn goede bronnen van voedingsstoffen wanneer ze sterk worden verdund met water. Ideaal is een stikstofconcentratie van 0,1 procent. Wees zuinig met de mest. In de winter hoeft u de opgeslagen bollen en potplanten niet te bemesten.
Snijd de melkster correct
In de herfst kunt u het blad terugsnoeien. Zodra de plant volledig is afgestorven, verwijdert u de plantdelen zodat ze niet gaan rotten op het bed. Snijd het plantmateriaal dicht bij de grond met een scherpe snoeischaar. Als alternatief kunt u de gele bladeren losmaken met een lichte trekkracht vanaf de basis van de bladeren. Bij deze methode moeten de bladeren volledig verdord zijn, anders kun je de bol beschadigen.
Veel soorten zijn geschikt als snijplant. Snijd de bloemstengels af net voordat de bloemen opengaan en zet de snijbloemen in een vaas.
Hoe plant ik correct?
Melksterren die in potten worden gekweekt, moeten elk voorjaar worden overgeplant. Met deze maatregel wordt het nutriëntengehalte van de bodem verbeterd en bespaart u het hele jaar door op extra bemesting. Buitenplanten hoeven pas verplant of gesnoeid te worden als de stam te dicht wordt.
verdord
Wanneer melksterren vervagen, beginnen de bladeren langzaam te verwelken. De plant haalt de overtollige energie uit de bovengrondse delen van de plant en slaat deze op in de bol. Snoei de planten daarom niet direct na de bloei terug. Hierdoor bestaat het risico dat de planten onvoldoende voedingsstoffen kunnen opslaan. Ze missen deze energiereserves komend voorjaar en kunnen niet ontkiemen.
Lees verder
overwinteren
De meeste melksterren overleven de ijzige temperaturen van de wintermaanden in Centraal-Europa niet ongeschonden. Ze zijn aangepast aan milde wintertemperaturen. Graaf de bollen in het najaar uit de grond en bewaar de bollen op een droge en koele plaats in de kelder. Temperaturen van tien graden Celsius zijn ideaal. Droge omstandigheden zijn noodzakelijk zodat er geen processen van verrotting optreden. Als de lucht te droog is, moet u de bollen voorzichtig met water besproeien om uitdroging te voorkomen.
De dode plantendelen kunnen worden afgesneden en gecomposteerd. Er zijn winterharde soorten die ook in de winter in het bed kunnen blijven. Pas op dat u de grond in de winter niet nat maakt. Door vocht zullen de bollen gaan rotten in de grond en komen ze volgend voorjaar niet meer uit.
Lees verder
Ziekten
Melksterren zijn ongevoelig voor ziekten en plagen. In de zomermaanden kunnen er af en toe bladluizen voorkomen. Het verwijderen van het ongedierte met een scherpe waterstraal is een effectieve bestrijdingsmaatregel gebleken. Alleen verkeerde verzorgingsmaatregelen kunnen de vitaliteit aantasten. Het meest voorkomende probleem is wortelrot veroorzaakt door wateroverlast.
Gele bladeren
In de herfst verdorren de bladeren van de melkster, waardoor ze geel worden. Er is niets om je zorgen over te maken in deze tijd van het jaar, omdat dit proces het begin van de rustperiode voorspelt. Als de uienplanten in de volle grond al geel blad krijgen, is wortelrot een mogelijke oorzaak. Controleer de bollen om schade door wateroverlast uit te sluiten. Wees voorzichtig met kamerplanten die plotseling geel blad verkleuren. Hierbij moet je ervoor zorgen dat er geen water in de onderzetter blijft staan.
Ster van melk bloeit niet
Oudere melksterren worden na een paar jaar buiten lui. Ze ontwikkelen minder bloemen omdat de plantafstand bij wildgroeiende stammen wordt verkleind. De planten hebben minimaal 20 centimeter nodig tot de volgende plant zodat ze zich ongehinderd kunnen ontwikkelen. Graaf de bollen op en plaats de knollen op grotere afstand van elkaar in de grond. Verwijder zijuien omdat ze de hoofdui verder zullen verzwakken. Als onderdeel van deze zorgmaatregel kunt u gedroogde bladeren verwijderen.
tips
Melksterren bloeien in hun natuurlijke verspreidingsgebied van de herfst tot de lente. Bij soorten die buiten worden gekweekt, wordt de bloeifase verschoven. Het is logischer om de melkster als kamerplant te kweken. In de winter is een plantenlamp aan te raden om de natuurlijke bloeitijd te bevorderen.