Met een beetje geduld kun je zelf moerbeibomen vermeerderen. Er zijn twee verschillende manieren om dit te doen: zaaien en stekken. Welke methode u kiest, is aan u en hangt volledig af van uw voorkeuren.

Je kunt moerbeibomen vermeerderen door zaad of door stekken. U zult echter in elk geval geduld moeten hebben. Vermeerdering door enten is ook mogelijk, maar minder geschikt voor hobbytuinders. Daarom wordt het hier niet in detail uitgelegd.
Voortplanting door zaad
Voor het zaaien kun je zaden halen bij speciaalzaken of je eigen fruit gebruiken. Omdat moerbeibomen donkere kiemen zijn, moeten ze worden bedekt met aarde. Je hebt een voedselarm substraat zonder veen nodig met ongeveer een kwart zand. Als je de zaden altijd goed vochtig houdt, ontdek je na twee tot vier weken de eerste kiemen.
Vermeerdering met stekken
Vermeerdering met stekken is meestal sneller en gemakkelijker dan door zaad. Je kunt de stekken van je eigen moerbeiboom halen of wandelend knippen, misschien van een witte moerbei aan een laan in Brandenburg. De stek moet minimaal 10 tot 15 cm lang zijn, beter 20 cm en gemaakt van groen hout. Verwijder alle bladeren behalve het bovenste paar bladeren.
Je kunt de stekken nu in een glas water laten staan tot de eerste wortels zich vormen of direct in de volle grond planten. Gebruik normale tuingrond of potgrond gemengd met zand. Turf toevoegen is trouwens niet goed voor je moerbeiboom, daar houdt hij helemaal niet van!
Waar moet je speciaal op letten:
- Het is essentieel om wateroverlast van uw jonge moerbeibomen te voorkomen. Wat de grote bomen niet goed verdragen, beschadigt de jonge planten des te meer.
- Gebruik voor je eerste kweekpogingen stekken van ongeveer 20 cm lang en zo vers mogelijk.
- Het hout van de stekken moet nog echt groen zijn en geen oud hout
- De potgrond dient licht zanderig te zijn, in ieder geval zonder turf.
tips en trucs
Het vermeerderen van moerbeibomen vraagt enerzijds veel geduld en anderzijds veel zorg om te voorkomen dat uw tere planten gaan rotten.