Net als andere fruitbomen worden kersenbomen vermeerderd door enten. Twee plantendelen - een onderstam en een telg - worden gecombineerd tot één. Op deze manier ontstaat een rassennakomeling van het gewenste ras.

document
Het gewortelde deel van de kersenboom wordt de onderstam genoemd, ook wel de wildling genoemd. De onderstam bepaalt primair de groeikracht en intensiteit, hij is verantwoordelijk voor de levensduur, bloeibereidheid en opbrengst van de toekomstige kersenboom.
Voor het enten worden vegetatief vermeerderde onderstammen of zaailingen gebruikt. Er zijn langzaam groeiende, medium groeiende en sterk groeiende onderstammen. Voor de zure kersen worden als basis wilde kersen, steenkersen of steppekersen gebruikt. Voor zoete kersen worden onderstammen gebruikt die de groei vertragen, zoals Weiroot, GiSelA, Colt of Piku.
telgen
Telgen zijn de jaarlijkse scheuten die je tussen december en januari afsnijdt van de kersenboom waarvan je de eigenschappen wilt vergroten. De telg moet ongeveer 30-40 cm lang zijn, potlood dik en afkomstig zijn van gezonde, vruchtbare bomen. Ze worden 's winters op een koele plaats in het vochtige zand bewaard.
De telgen geven voornamelijk de volgende kenmerken van de toekomstige kersenboom aan:
- smaak, kleur en kwaliteit van het fruit,
- weerstand tegen schimmels,
- vorstgevoeligheid.
afwerkingsproces
Verfijning is de daadwerkelijke overdracht van de telgen naar de onderstam. Het juiste moment hiervoor is rond eind april/begin mei, wanneer de kersenbomen beginnen te ontkiemen. De basis is zo ver ingekort voordat ze ontkiemen dat er slechts één gast naast de kroonstomp overblijft. Dit dient om de telg te voorzien van voedingsstoffen en water. De telg wordt op de basis geënt door deze achter de schors te stoppen en er stevig aan vast te maken.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen bastpluggen en geitenpootpluggen. Terwijl bij schorsenting alleen de bast van het substraat wordt gesneden, wordt bij geitenpootenting een inkeping in het hout achter de bast gesneden. Daarnaast kan een telg door middel van copulatie worden verbonden met een onderstam van dezelfde sterkte. De uiteinden van de te verbinden stukken worden schuin afgesneden, op elkaar geplaatst en verbonden. Het eindpunt is in ieder geval verbonden met raffia en ingesmeerd met boomwas (€ 12,96).
Een andere afwerkingstechniek wordt oculatie genoemd. Bij deze methode wordt een knop, het oog genaamd, uit de ene kersenboom gesneden en in de andere geplaatst, waar vooraf een T-snede in de bast is gemaakt. Deze vorm van enten wordt in de zomer toegepast, meestal begin augustus, wanneer de ogen van de edele variëteit ver genoeg ontwikkeld zijn en de bast van de onderstam nog gemakkelijk los te maken is.
tips en trucs
De zoete kersensoorten hebben meestal een bestuiver in de buurt nodig. Je hoeft hiervoor geen tweede kersenboom te planten. Je kunt alleen losse scheuten enten als bij de eerste soort een bestuiver ontbreekt.