Zoals bij veel palmsoorten groeit de Phoenix Canariensis in eerste instantie in de breedte en vormt geen stam. Pas na een paar jaar verschijnt de groeivorm die je waarschijnlijk in gedachten hebt als je aan deze planten denkt: een top van uitstekende, gevederde bladeren groeit uit een hoge stam zonder zijtakken.
Pas na jaren vormt de Canarische dadelpalm een stam
Gebrek aan secundaire diktegroei
In tegenstelling tot bomen hebben palmen slechts één groeipunt, het palmhart, waaruit de bladeren ontspruiten. De stam vormt zich in de loop der jaren alleen door de dode bladeren die in de natuur worden afgeworpen. Voor gecultiveerde planten, als ze eenmaal volledig zijn opgedroogd, kun je ze ongeveer 2,5 cm van de stengel afsnijden.
tips
De Canarische dadelpalm kan een indrukwekkende grootte bereiken. Geef hem daarom voldoende ruimte zodat de mooie verenblaadjes goed tot hun recht komen. Snoei de palmboom niet, omdat de mooie plant dit niet goed verdraagt.