De Christusdoorn, afkomstig uit Madagaskar, is gemakkelijk te verzorgen en relatief robuust. Het verdraagt droge verwarmingslucht veel beter dan veel andere planten, maar het is ook giftig. Als uw Christusdoorn echter gele bladeren krijgt, moet u onmiddellijk reageren.

Het is meestal te wijten aan de locatie waar de bladeren van de doorn van Christus van kleur veranderen. De eerste corrigerende maatregel is daarom een locatiewijziging. Zet je doorn van Christus op een warme en lichte plek, bij voorkeur in een raam op het zuiden.
In de zomer voelt de doorn van Christus zich ook buiten erg prettig. Zet het op een tegen regen beschermde plaats. Daar zal hij snel herstellen. Hierdoor is het beter bestand tegen ziekten en plagen.
De essentie in het kort:
- Hoofdoorzaak: verkeerde locatie
- EHBO: verandering van locatie
tips
Als je Christusdoorn gele bladeren krijgt, zet hem dan op een lichte, luchtige plaats. Hij zal dus snel herstellen.