Moderne tuinen zijn niet langer enkele honderden, maar slechts enkele vierkante meters. Maar zelfs in zo'n kleine ruimte kunnen kleine bomen of groenblijvende struiken effectief worden geplant.

Kleine bomen voor de groenblijvende tuin
Hulst, buxus, laurierkers of de alomtegenwoordige coniferen zijn als groenblijvende planten in bijna elke tuin te vinden. Daarom hebben we hier wat minder vaak aangeplante groenblijvende heesters voor u op een rijtje gezet.
Wintergroene liguster (Ligustrum ovalifolium)
Deze robuuste struik kan tot vijf meter hoog worden en is bijzonder geschikt voor hagen, de soort 'Aureum' is ook geschikt als decoratieve bladplant.
Dwergbalsemspar (Abies balsamea 'Nana')
'Nana' is een kleine variant van de balsemspar afkomstig uit Noord-Amerika. Hij groeit compact, tamelijk rond en wordt zelfs op oudere leeftijd niet hoger dan 80 centimeter. Deze mooie dwergconifeer is geschikt voor rotstuinen, heidetuinen en vaste planten. De dwergbalsemspar verdraagt schaduw.
Koreaanse zilverspar (Abies koreana)
De relatief langzaam groeiende Koreaanse zilverspar wordt slechts 10 tot 15 meter hoog en ontwikkelt een breed kegelvormige kroon. In de handel worden vaak geënte planten aangeboden die wat langzamer groeien. Vooral de rassen 'Blauer Pfiff' en 'Silberlocke' zijn interessant voor kleine tuinen.
Dwergkurkspar (Abies lasiocarpa 'Compacta')
Deze zeer decoratieve, langzaam groeiende spar past perfect in kleine tuinen. Hij groeit rijk vertakt en wordt ook op hoge leeftijd niet hoger dan vier meter. De naalden, die zeer dicht op elkaar staan en tot 2,5 centimeter lang zijn, zijn aan de bovenzijde blauwgroen tot zilvergrijs. Dit ras houdt van een hoog lucht- en bodemvocht, maar is gevoelig voor een hoog kalkgehalte.
Bristlecone Pine (Pinus aristata)
In zijn thuisland, de grote hoogten van de Rocky Mountains, kan de bristlecone pine op oudere leeftijd tot 15 meter hoog worden. Bij ons komt hij echter nauwelijks verder dan zes tot acht meter. Het groeit heel langzaam en ontwikkelt een losse, vaak pittoreske kroon. Het heeft absoluut een zeer goed doorlatende grond en een zonnige, luchtige standplaats nodig.
Oost-Aziatische dwergden (Pinus pumila 'Glauca')
Deze soort, die erg klein blijft, is de tegenhanger van de alpenpijnboom (Pinus mugo), afkomstig uit Oost-Azië tot Japan. De zeer fraaie dwergden met zijn blauwgroene naalden is geschikt voor rotstuinen en heidetuinen, maar ook onmisbaar in Japanse tuinen. Hij heeft een zonnige tot licht beschaduwde standplaats nodig en is erg gevoelig voor wateroverlast.
Dwergden (Pinus strobus 'Radiata')
Deze rijk vertakte dwergvorm van de Weymouth-den groeit in een brede kegelvorm, maar kan op oudere leeftijd een hoogte bereiken van vier tot zes meter en een breedte van maximaal drie meter. 'Radiata' heeft absoluut een zonnige standplaats en zand-humusrijke, goed doorlatende grond nodig.
Japanse taxus (Taxus cuspidata 'Nana')
De Japanse taxus is het Oost-Aziatische equivalent van de Europese taxus. Het groeit als struik of ontwikkelt zich tot een boom tot 15 meter hoog. In dit land wordt overwegend het ras 'Nana' geteeld, dat maximaal twee meter hoog en maximaal drie meter breed kan worden.
tips
In plaats van een kleine boom kunt u ook een groenblijvende struik kweken die als halfstam of standaard wordt gekweekt. De gewone buxus of hulst is hier zeer geschikt voor.