De prachtige treurwilg is het toonbeeld van nostalgie met zijn hangende takken. Met het kweken van bonsai heb je de mogelijkheid om in het klein van dit schouwspel te genieten. In deze gids leest u waar u op moet letten bij de verzorging van uw potplant, zodat u er lang van kunt genieten.

Algemeen
De uit Azië afkomstige treurwilg is nauw verwant aan de witte wilg (Salix alba). Hij heeft echter iets grotere bladeren, wat het wat lastiger maakt om hem als bonsai te houden. Constant snoeien is het belangrijkste in de teelt. Anders groeit de vorm heel snel samen en kan alleen met veel moeite worden hersteld.
ontwerptypes
- dubbele stengel
- meerstammige
- cascade
- semi-cascade
- Saikei
onderhoud
plaats
Wilgen hebben een zonnige standplaats nodig. In de winter kunt u uw bonsai in de brandende zon laten staan. Als de hitte in de zomer te hoog is, moet u de boom op een gedeeltelijk schaduwrijke plaats beschermen tegen verbranding. Ook in de winter is vorstbescherming vereist.
gieten
Houd het substraat constant vochtig. in de zomer kan het zelfs meerdere keren per dag nodig zijn om water te geven.
Bevruchten
Bemest uw bonsaiweide om de twee weken vanaf het moment dat het blad opengaat tot september. Je kunt nooit fout gaan met een vloeibare meststof.
Snijden
- In de winter alle takken tot aan de stam verwijderen.
- Kort de takken in tot twee knoppen.
- Snoei nieuwe scheuten snel terug.
Wil je meehelpen met een bijzondere uitgroei met draad, doe dit dan in juni. Verwijder het gereedschap uiterlijk na zes maanden, zodat het niet in de stam groeit.
verpotten
Als je de bovengrondse groei van de wilg bij bonsaiteelt heel klein houdt, zullen sterke wortels zich onder de grond verspreiden. Daarom moet u de wilg jaarlijks verpotten, in eerste instantie zelfs twee keer per jaar. De beste tijd is de lente, wanneer de eerste knoppen verschijnen.