Perenbomen zijn inheems op onze breedtegraden, maar ze produceren niet op elke locatie een goede oogst. Het kan daarom voordelen opleveren om ze als latwerk te laten groeien, vooral op een warme huismuur. Zelfs veeleisende bewaarperen kunnen op deze manier met hoge opbrengsten worden geteeld.

De perenboom is bijzonder geschikt als leivrucht

eisen aan de teelt

Perenbomen hebben diepe, warme grond nodig. Zuid- of westmuren zijn ideaal. In stedelijke gebieden worden peren vaak bedreigd door perenroest. De boosdoener zijn de jeneverbesstruiken die in de buurt groeien en als tussengastheer dienen voor de schimmel. De ziekte tast de vrucht niet aan. Veel tuinbezitters houden echter niet van het zien van zieke bomen. Overweeg dit voordat u gaat planten.

Het bevruchtingsprobleem

Peren zijn niet zelfbestuivend. Teelt in de eigen moestuin, ver weg van fruitteeltgebieden, kan soms vruchteloos blijven.

  • een geschikt bestuiversras is vereist
  • in een straal van ongeveer 200 m

Peren op een latwerk bloeien vaak iets eerder dan vrijstaande exemplaren. Daarom kan er, ondanks een geschikt ras in de buurt, geen bemesting plaatsvinden.

tips

Vraag bij de kwekerij naar een dubbel geënt ras. Dit lost het bestuivingsprobleem op omdat de boom zichzelf bestuift.

Leivormen snoeien

Het snijden van leifruit zorgt niet alleen voor de gewenste tweedimensionale vorm. Het moet ook de vruchtvorming stimuleren. Aangezien perenbomen naar hun soort worden gesnoeid, dient u zich hierover tijdig te informeren.

Categorie: