Maïspapavers zijn wilde planten die geen speciale zorg nodig hebben waar ze inheems zijn. De klaproos hoeft niet constant water of bemest te worden en is behoorlijk robuust, hoewel hij er niet zo uitziet.

In de natuur vind je klaprozen vooral aan de randen van velden, maar ook op spoordijken of bermen. Hij houdt van zonnig, warm en droog. De grond moet goed gedraineerd zijn, want klaprozen verdragen lange tijd geen natte voeten. De grond moet ook mager zijn omdat papavers niet veel voedingsstoffen nodig hebben.
Hoe vaak moeten papavers worden bewaterd?
De wilde klaproos, zoals de klaproos ook wel wordt genoemd, overleeft een langer droog seizoen zonder noemenswaardige problemen. Het hoeft dus niet per se gegoten te worden. Het bloeit en gedijt echter beter als het niet te veel uitdroogt. Het is daarom aan te raden om de klaproos in ieder geval een beetje water te geven als het lange tijd niet heeft geregend.
Als je net je klaprozen hebt gezaaid, houd de zaden dan altijd licht vochtig, maar niet nat. De jonge planten mogen slechts matig worden bewaterd, zodat ze niet gaan rotten. Als de grond te zwaar en/of te nat is, meng er dan een beetje zand door om het los te maken.
De essentie in het kort:
- Locatie: zonnig, warm en droog
- weinig tot geen water
- niet bemesten
- voedselarme grond
tips en trucs
Geef je klaprozen alleen water als het lange tijd niet heeft geregend. Met weinig water kan hij goed overweg. Zelfs als potplant mag hij niet te veel water krijgen.