De punaise, een informele naam voor de kleine punaise (Sanguisorba minor), is een van de traditionele kruiden in de Frankfurter Groene Saus. De kruidachtige plant behoort tot de rozenfamilie en gedijt in bijna alle klimaatzones in Europa en Azië. Tegenwoordig is het kruid bijna vergeten, zowel in de keuken als als geneeskrachtig kruid.

gebruik in de keuken
De jonge bladeren en scheuten van de kleine punaise worden voornamelijk in de keuken gebruikt. Oudere delen van de plant smaken erg bitter, dus gebruik ze niet. De jonge bladeren daarentegen hebben een ietwat scherpe, komkommerachtige smaak. De bladeren worden meestal vers (of eventueel fijngehakt) gebruikt voor de bereiding van kruidenboter en kwark. Verder smaakt pimpinelle goed als topping op brood en boter of in knapperige salades. Verder hoort de pimpernelle traditioneel thuis in de bekende Frankfurter groene saus en in de Hamburgse palingsoep. De vers geoogste bladeren worden pas na het koken aan warme gerechten toegevoegd, omdat het kruid heel snel zijn aroma verliest. Pimpinelle gaat goed samen met kruiden als tijm, rozemarijn, bernagie, dragon, knoflook en uien. De bladeren bevatten veel vitamine C.
Kruidenazijn met pimpinelle
- Neem een paar pimpernelblaadjes en twee takjes tijm en rozemarijn elk.
- Plaats ze in een warm gewassen pot met schroefdeksel.
- Voeg twee laurierblaadjes en een of twee teentjes knoflook toe.
- Maak het af met een goede witte wijnazijn.
- Laat de azijn ongeveer twee weken op een koele, donkere plaats staan.
- Zeef daarna de kruiden uit de azijn.
De kruidenazijn met pimpinelle smaakt bijzonder goed in verse groente- en bladsalades.
Gebruik in de volksgeneeskunde
Traditioneel worden zowel de bladeren als de wortels van de pimpernel behandeld met ontstekingen, b.v. B. in de mond en keel gebruikt. Het brouwsel zou ook een verzachtend effect hebben op huidproblemen en zonnebrand. De populaire naam "Bloodstopper" geeft aan dat de plant ooit werd gebruikt om uitwendige verwondingen te behandelen.
tips en trucs
De bladeren van de pimpernel mogen niet worden gedroogd, anders verliezen ze hun karakteristieke aroma. In plaats daarvan kunt u ze invriezen of inmaken in azijn of zout, b.v. B. als bestanddeel van kruidenzout.