De zonminnende lavendel komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied en is daarom - met uitzondering van echte lavendel - niet winterhard. Vooral zaailingen en jonge planten zijn erg gevoelig voor kou. Om de onderstruik uitbundig te laten bloeien en bloeien in uw tuin (of in een pot), heeft hij naast de juiste standplaats en optimale verzorging ook warmte nodig. Om lavendel succesvol te kweken, is het daarom belangrijk om op het best mogelijke moment te planten.

Plant lavendel niet te vroeg
Plant lavendel alleen buiten als er geen vorstperiodes meer te verwachten zijn. Dit is meestal het geval vanaf half mei - d.w.z. na de ijsheiligen. Daarna kunt u de planten tot ongeveer begin augustus in de tuin zetten, later kunt u ze beter niet uitplanten. Lavendel die te laat wordt geplant, heeft niet genoeg tijd om sterke wortels te ontwikkelen en zich voor te bereiden op de winter.
Potplanten op bijna elk moment mogelijk
In tegenstelling tot tuinlavendel kan potlavendel op elk moment tijdens het groeiseizoen tussen maart en september worden geplant - mits de plant op een beschutte plek staat. In het koude seizoen moet lavendel zo koel mogelijk - maar vorstvrij - worden overwinterd, waarbij de plant zoveel mogelijk stopt met groeien. Daarom heeft planten of verplanten in deze periode niet veel zin, omdat de wortels ook niet kunnen groeien. Kamerlavendel moet ook op zijn best in het voorjaar worden geplant.
liever lavendel
Lavendel kan vanaf februari/maart uit zaad worden opgekweekt op de vensterbank of in de kas bij voldoende licht - de plant is een lichtkiemer. Vroeg voorbereiden zorgt ervoor dat de lavendel nog in hetzelfde jaar bloeit. Zelfs de naar voren gebrachte planten kunnen pas vanaf midden/eind mei de volle grond in, beter nog in juni.
Tips: Jonge lavendelplanten zijn behoorlijk gevoelig voor kou en andere ongunstige groeiomstandigheden. Oudere planten verdragen een korte koude periode beter, zeker als ze goed geworteld zijn.