Oorspronkelijk afkomstig uit Madagaskar en tropische delen van Azië en Afrika, is Kalanchoë een van de meest populaire kamerplanten. De relatief gemakkelijk te verzorgen vetplant laat zijn heldere bloemen precies zien wanneer veel planten in winterslaap zijn. Andere variëteiten van de grote plantenfamilie worden uitsluitend gekweekt vanwege hun uitzonderlijke blad. Als je een paar basiszaken in acht neemt bij de verzorging, zal de Kalanchoë gegarandeerd elk jaar nieuwe knoppen vormen en indruk maken met wekenlange bloei.

Kalanchoë's hebben maar één keer per week water nodig

Hoe wordt het gegoten?

Kalanchoë slaat water op in zijn dikke, vlezige bladeren. Hierdoor kan de plant zelfs overleven op droge plekken waar bijna niets anders groeit. Dit maakt het water geven vrij eenvoudig, omdat het meestal voldoende is om eenmaal per week water te geven.

Er wordt pas water gegeven als het substraat zelfs enkele centimeters diep droog aanvoelt. Ideaal is regenwater of zacht water, maar ook met niet te hard kraanwater kunnen de planten goed overweg. De Kalanchoë verdraagt echter helemaal geen wateroverlast, dus giet overtollige vloeistof na een paar minuten weg in de schotel.

Hoe wordt bevrucht?

Planten die in potten worden gekweekt, hebben slechts een zeer beperkte aanvoer van voedingsstoffen en moeten daarom regelmatig worden bemest. Vetplanten daarentegen zijn erg zuinig, waardoor de toevoer van voedingsstoffen iets anders is dan die van veel kamerplanten:

  • Als het jaarlijks wordt verpot, hoeft het helemaal niet te worden bemest.
  • Als u minder vaak verpot, hoeft u pas in het tweede jaar te bemesten.
  • Bemest vervolgens één keer per maand met een commerciële cactusmest.

vochtigheid

In tegenstelling tot veel andere kamerplanten die gedijen in tropische gebieden zoals Madagaskar, doet Kalanchoë het goed in droge binnenlucht. Regelmatig sproeien van de bladeren is ook niet nodig.

Wanneer en hoe wordt verpot?

Wil je jezelf de mest besparen, verpot dan eenvoudig jaarlijks. Anders wordt hij altijd verpot als de planter te klein is geworden. De beste tijd voor deze zorgmaatregel is het vroege voorjaar, nog voordat de plant de eerste bloemen draagt.

Net als in hun natuurlijke woonplaats Madagaskar, moet de grond goed gedraineerd zijn. Een mix van:

  • 50 procent cactusaarde
  • 50 procent perliet, geëxpandeerde klei (€ 19,73) of kwartszand (€ 15,85)

De pot moet een goede waterafvoer hebben, die je afdekt met een scherf aardewerk. Vul vervolgens een drainagelaag van grof grind of geëxpandeerde klei aan.

Nieuw gekochte Kalanchoen staan vaak in conventionele potgrond, die op zijn best wordt gemengd met een beetje piepschuim om het los te maken. Vervang dit substraat zo snel mogelijk door een grond die meer geschikt is voor vetplanten.

Wanneer en hoe te snijden?

Als de scheuten niet te uitgestrekt worden, hoef je de Kalanchoë niet terug te knippen. Alleen de dode bladeren en uitgebloeide bloemen moeten regelmatig worden verwijderd. Gebruik altijd een zeer schoon, scherp mes. Dit voorkomt kneuzingen op de vlezige stengels en verkleint de kans dat ziekteverwekkers binnendringen.

Ziekten

Ondanks dat deze plant zo robuust is, bestaat er een risico op plantenziektes als deze niet goed verzorgd wordt en het kamerklimaat ongunstig is.

wortelrot

Wortelrot, veroorzaakt door wateroverlast, komt vrij vaak voor. Het eerste teken dat je het te goed bedoeld hebt met je watergift is een snelle groei van de scheuten, maar de bladeren zelf blijven erg klein. Rottingsbacteriën verspreiden zich in de drassige bodem en beschadigen de wortels. Deze kunnen geen water meer transporteren en de plant verdroogt.

Verpot de plant en verwijder eventuele beschadigde worteldelen. In de toekomst beduidend minder water geven. In veel gevallen herstelt de Kalanchoë goed van de schade.

meeldauw

Ook kamerplanten kunnen door deze schimmelziekte worden aangetast. Hete zomerdagen, open ramen en droogte stimuleren het. Op de bladeren van de Kalanchoë verschijnt een melige, grijswitte laag. Verwijder aangetaste scheuten onmiddellijk en gooi ze bij het huisvuil. Injecties zijn alleen in uitzonderlijke gevallen nodig.

Welk ongedierte bedreigt?

Terwijl sommige soorten ronduit immuun lijken te zijn voor plagen, zijn andere Kalanchoën behoorlijk vatbaar voor plagen met bladluizen, wolluizen of wolluizen. Ook snuitkevers of trips vestigen zich graag op sommige soorten. Als je de kleine plagen ontdekt, moet de Kalanchoë afzonderlijk worden geplaatst en worden behandeld met een geschikt bestrijdingsmiddel.

Belangrijk voor de bloei: winterslaap

Tijdens de wintermaanden moet je de meeste Kalanchoë-soorten beduidend koeler houden dan in de zomermaanden. Ideaal is een temperatuur tussen de 8 en 13 graden.

Een uitzondering is de Flaming Katy (Kalanchoë blossfeldiania). Deze soort wordt het hele jaar door op kamertemperatuur gehouden. Om prachtig te bloeien heeft deze Kalanchoë echter maar zo'n acht tot negen uur licht nodig voor ongeveer twee maanden.

tips

Als de ruimte waarin de Flammende Käthchen staat kunstmatig wordt verlicht, geeft de plant vaak geen bloemen. In dit geval dek je het kleine bloeiende wondertje in de avonduren gewoon af met een kartonnen doos.

Categorie: