- Plant liguster niet te veel in de schaduw
- Vermijd brandende middagzon
- Liguster is niet groenblijvend
Liguster is een struik die het erg fel houdt. Zet hem daarom niet direct in de schaduw. Andere haagplanten zoals thuja of laurierkers zijn meer geschikt voor zeer schaduwrijke locaties.

Plant liguster niet te veel in de schaduw
Hoewel liguster met vrijwel elke standplaats overweg kan, is het geen uitgesproken schaduwplant. Hij sterft niet in de schaduw, maar groeit heel langzaam als hij niet genoeg licht krijgt.
Bovendien zal het na verloop van tijd verdorren als er niet genoeg zonlicht de lagere delen van de struik bereikt. Met name soorten die een mooie kleur hebben, zoals de gouden liguster, hebben veel zon nodig zodat de bladeren hun kleur behouden.
Geschikte locaties voor liguster zijn:
- Zonnige locaties (ochtend- en avondzon)
- beetje directe middagzon
- onder hogere bomen
- halfschaduw
Vermijd brandende middagzon
Zelfs als de liguster van de zon houdt, doen de jonge heesters het niet goed als ze worden blootgesteld aan te veel directe middagzon.
Dit geldt vooral in de winter, omdat de struiken veel water verdampen via de resterende bladeren als de zon schijnt. Als de grond bevroren is, kan het vloeistofverlies niet worden gecompenseerd. De struik verdroogt dan.
Een jonge ligusterhaag gedijt daarom beter onder lichte schaduw van hogere bomen of lichte zonwering. De zon stoort oudere struiken niet zo veel.
Liguster is niet groenblijvend
Hoewel liguster vaak als wintergroen wordt aangeboden, is dit niet helemaal correct. Dit misverstand ontstaat doordat de struik heel lang zijn blad behoudt. Het valt vaak pas in de loop van de winter af of zelfs als de jonge bladeren weer uitlopen.
Hoe helderder de standplaats, hoe langer de bladeren aan de struik blijven. Dit is belangrijk voor ligusterhagen, omdat ze op een lichte standplaats veel langer dekkend zijn. Plant een ligusterhaag daarom niet direct in de schaduw, maar kies een halfschaduw of zonnige plek.
tips
Knip liguster nooit recht af, kies voor een conische vorm. Hierdoor krijgt de struik ook in de lagere regionen voldoende licht en verdort hij minder snel.