De winter is altijd een moeilijke fase voor bijna alle dieren. Om kou en voedseltekorten te overleven en het behoud van de soort te garanderen, zijn er verschillende methoden. In het geval van wespen is de jaarlijkse cyclus een bijzonder verbazingwekkend kosten-batenverschijnsel.

Enorme mobilisatie van krachten voor het behoud van soorten
Wespen, vooral de koloniesoorten, doen er alles aan om hun soort van jaar tot jaar veilig te stellen. De cyclus kan worden onderverdeeld in de volgende fasen:
- Koningin sticht een nest
- Massa's arbeiders kweken
- seksdieren grootbrengen
- huwelijkse vlucht en paring
- Winterslaap van jonge koninginnen
Lente - oprichting van de staat en het opzetten van een arbeidersleger
Ten eerste, in het voorjaar, vestigt een wespenkoningin een nieuwe kolonie en legt eieren in de eerste broedkamers. Grote aantallen individuen moeten tot de zomer worden grootgebracht, waarbij ze hun hele leven moeten besteden aan de voorbereiding op het paarseizoen in de herfst. Zo produceren de wespen de lente over één generatie arbeiders tegelijk.
Nazomer - opkomst van de seksuele dieren
Vanaf augustus worden de geslachtsdieren die belangrijk zijn voor de daadwerkelijke voortplanting grootgebracht - d.w.z. darren en nieuwe jonge koninginnen. Gedurende deze tijd moeten de arbeiders zoveel onderhoudswerk doen dat ze zelf een enorme eetlust ontwikkelen en, zonder rekening te houden met de gevolgen, smullen ze van al het zoete dat ze kunnen krijgen - inclusief onze ijshoorntjes, zoals de meesten van ons misschien hebben meegemaakt of Deens gebak aan de tuintafel.
Herfst - piek en reproductie
In de herfst vindt de zogenaamde huwelijksvlucht plaats - darren en jonge koninginnen verlaten het nest om te paren met andere seksuele dieren buiten in verschillende landen. Daarna gaat het hele team dat heeft toegewerkt naar deze belangrijkste stap in de jaarcyclus erin. Voordat ze sterven, doen de dieren het laatste werk in het nest en reinigen ze het van zwakke of misvormde larven. Dan hebben ze eindelijk hun doel bereikt en zijn ze niet meer nodig.
winter
De enige wespen die in de winter niet doodgaan, zijn de bevruchte jonge koninginnen. Daar is al het voorbereidende werk in geïnvesteerd. Om een jonge koningin de koude periode zonder voedsel te laten overleven, zoekt ze een beschutte plek die gevrijwaard is van grote temperatuurschommelingen: bijvoorbeeld een nis onder boomschors, een verrotte boomstronk of een composthoop. Daar kruipt ze en neemt een ineengedoken houding aan: ze slaat haar vleugels onder haar lichaam en zet haar benen dicht opzij. Sommige papierwespen overwinteren ook in groepen.
Om niet dood te vriezen, maakt zijn lichaam de suikeralcohol glycerol aan (die overigens ook in antivries wordt gebruikt) en kan de wesp temperaturen tot -20°C weerstaan. Om honger te voorkomen, schakelt hun organisme over naar een spaarstand: ademhaling en hartslag vertragen aanzienlijk, zodat er slechts een minimum aan energie wordt verbruikt.
Ondanks deze voorzorgsmaatregelen halen niet alle jonge koninginnen de winter door. Ze kunnen worden aangevallen door schimmels of worden aangevallen door knaagdieren of vogels.