Je hebt de bramen in je heg al gepland voor zomers snoep en jam en dan dit: kleine, witte maden zijn je voor! De boosdoeners zijn waarschijnlijk frambozenkevers of de gevlekte drosophila, die al lang niet meer bestaat.

Larven houden ook van bramen
Sommige insecten leggen hun eieren het liefst in bessen, waar hun larven zich na het uitkomen comfortabel kunnen voeden en ontwikkelen. Ongedierte dat zich onder andere op bramen richt, is:
- de frambozenkever en
- de kersenazijnvlieg
frambozenkever
De frambozenkever is dol op frambozen vanwege zijn larven, maar hij is ook dol op bramen. De crèmekleurige larven worden ook wel frambozenwormen of frambozenmaden genoemd, hoewel het geen maden zijn. Als je goed kijkt, kun je dat zien aan de 3 paar borstbeenderen. Ze eten de vrucht van binnenuit, wat resulteert in een uiterlijk beschadigde, onvolgroeide en misvormde bes.
tegenmaatregelen
Het is de moeite waard om aandacht te besteden aan de frambozenkever. Tijdens de vlieg- en ovipositieperiode vanaf half mei moet u uw braamstruiken blijven controleren op lichtbruine kevers en deze handmatig verzamelen
Ook vallen met een lokstofdispenser kunnen de plaag relatief goed in bedwang houden.
kersen azijn vlieg
De gevlekte drosophila is een plaagimmigrant uit het verre Azië en komt pas sinds ongeveer 2011 voor in Duitsland. Vooral voor fruittelers is de licht roodbruine vlieg een grote last. Hun witte larven (in dit geval zijn het eigenlijk maden) eten grote hoeveelheden van het fruit van binnenuit weg, waardoor uitwendig bederf en zachte plekken ontstaan.
tegenmaatregelen
Als de besmetting al bestaat, helpt het alleen om het aangetaste fruit zo grondig mogelijk te verwijderen en bij het GFT-afval (niet op de compost!)
Anders is vroege preventie aan de orde van de dag. U kunt bijvoorbeeld uw eigen vallen maken door plastic flessen of blikken halfvol te vullen met water en azijn en een scheutje afwasmiddel en deze tijdens de vliegvlucht en het legseizoen in de struiken te hangen.
Het tijdig spannen van insectennetten over de struiken belooft effectieve hulp. De vliegen kunnen niet door hun fijnmazige weefsel dringen en kunnen bijgevolg geen eieren op de vrucht leggen.