Bluebells - door botanici Campanula genoemd - zijn een groot plantengeslacht met ongeveer 300 tot 500 leden. De meeste wilde vormen bloeien in de kleuren blauw of paars, maar er bestaan ook witte, oranje, roze of gele cultivars. De locatie moet worden gekozen op basis van de respectievelijke Campanula-soorten, omdat ze soms totaal verschillende behoeften hebben.

Het weideklokje houdt van zonnig

De ideale locatie is afhankelijk van de soort

De klokjes, ook wel campanula genoemd, kunnen in principe zowel op zonnige als halfschaduwrijke locaties worden gekweekt, waarbij sommige soorten zelfs behoorlijk schaduwtolerant zijn. Het bosklokje (Campanula latifolia) groeit bijvoorbeeld van nature aan de bosrand en gedijt daarom het beste in lichte tot schaduwrijke tuinen of balkons. Andere soorten, zoals het weideklokje (Campanula patula), geven de voorkeur aan zonnige standplaatsen. Alle hyacinten verdragen de volle zon (vooral de middagzon) echter min of meer slecht en moeten daarom worden vermeden.

Boshyacinten houden van losse aarde

Hoe verschillend de behoeften qua locatie ook zijn, de hyacinten zijn het eens als het gaat om bodemgesteldheid. Alle Campanula-soorten gedijen het beste in losse, goed doorlatende, voedselrijke en frisse (d.w.z. vochtige) grond, waarbij natuurlijk wateroverlast wordt vermeden, zoals bij bijna alle planten. Ook klokjes die in potten of kuipen worden gekweekt dienen te worden voorzien van een geschikt substraat, waarbij in de handel verkrijgbare potgrond doorgaans voldoende en goed geaccepteerd is. Zandgronden kunnen worden verbeterd met compost, maar grond met een hoog kleigehalte moet worden vervangen.

tips en trucs

Bluebells zijn niet alleen gemakkelijk te kweken in bedden, borders of in potten, maar zijn ook ideaal om in de rotstuin te planten - mits het substraat natuurlijk aansluit bij de behoefte van de plant.

Categorie: