- De drie gangbare vermeerderingsmethoden
- aparte uitlopers
- Verdeel waternavelplant
- Voortplanting via stekken
Waternavel bloeit rijkelijk, maar veel van de gele bloemen zijn steriel. Zaaddozen rijpen zelden. Het verkrijgen van nieuwe planten door zaaien is dus geen tuinbouwpraktijk. Maar dat komt ook omdat we nog drie andere, goed werkende manieren van vermeerdering tot onze beschikking hebben.
Waternavel is vrij gemakkelijk te vermeerderenDe drie gangbare vermeerderingsmethoden
- aparte uitlopers
- plant delen
- wortelstekken
aparte uitlopers
Waternavel, ook wel waternavel genoemd, verovert met zijn lange scheuten de ruimte eromheen als typische bodembedekker. Als zijn scheuten in contact komen met de aarde, vormen ze wortels. Zo'n uitloper kun je van de moederplant scheiden en vervolgens met de wortels opgraven. Plant het op zijn bestemming en geef het goed water.
tips
Het scheiden van gewortelde uitlopers van de moederplant is niet alleen voor vermeerdering. Op deze manier wordt ook voorkomen dat de groei zich te veel verspreidt.
Verdeel waternavelplant
Met goede zorg zal elke pennyplant een weelderig exemplaar worden, of het nu buiten bij de vijver, in een bloembak of onder water in een aquarium groeit. Van zo'n waternavel kun je gemakkelijk twee nieuwe planten krijgen:
- Graaf de plant voorzichtig op
- schud de aarde van je af
- Snijd de kluit in twee of meer delen
- gebruik een scherp, schoon mes
- wortels en bladeren moeten op elk stuk blijven
- elke sectie afzonderlijk planten en water geven
Voortplanting via stekken
Als winterharde plant verblijdt de waternavel ons al vele jaren met zijn bestaan. Maar zodat de groei in de loop der jaren niet uit de hand loopt, moet hij regelmatig worden gesnoeid. Opkweekmateriaal kan gericht worden ingezameld.
- Neem 5-10 cm lange topstekken van jonge scheuten, onder elke knoop. De kopstekken moeten bladeren hebben, maar geen bloemen of knoppen.
- Verwijder de onderste bladeren van de stekken.
- Vul kleine potjes met voedselarme grond.
- Leg in elke pot een stekje.
- Bevochtig de grond en dek deze af met een doorzichtige plastic zak.
- Zet de potten op een warme en lichte plaats.
- Houd de grond constant vochtig en lucht de dekens regelmatig.
- Zodra de eerste bladeren verschijnen, moet u de jonge planten zo snel mogelijk in grotere potten verpotten.